Bij de ComixDevils uit Harel­beke, een van de 283 officiële fanclubs van de Rode Duivels, zitten ze met de handen in het haar. “Op het hoogtepunt van het EK in Frankrijk hadden we 200 leden, maar nu het lidmaatschap vernieuwd moet worden, hebben er ongeveer 125 afgehaakt”, zegt voorzitter Michael Callewier. “Waardoor het moeilijk wordt om nog een bus in te leggen naar een match.”

Aan de prijs van de lidkaart kan het niet liggen: die kost voor alle fanclubs 40 euro voor twee jaar. Veel doorslaggevender is het wegvallen van een dwingende reden om de lidkaart te hernieuwen. “Voor het EK was ervoor gewaarschuwd dat je lid moest zijn om in Frankrijk een wedstrijd bij te kunnen wonen”, zegt Michael Vandersteen van Bemvoort uit Neerpelt, de grootste fanclub van het land. “Maar voor het komende WK valt die reden weg, omdat veel supporters al beslist hebben om niet naar Rusland te gaan.”

De Bemvoort zag haar ledenaantal sinds het EK krimpen van 650 naar 450. “Dat valt eigenlijk best mee”, vindt Vandersteen. “Want ook de tegenstanders van België in de voorronde spreken niet echt tot de verbeelding. Estland, Cyprus of Gibraltar: die landen zijn nu eenmaal Engeland, Duitsland of Nederland niet.”

Al speelt ook het feit dat onze hoop krimpt om wereldkampioen te worden, zegt sportpsycholoog Filip Boen (KU Leuven). “Voor diehard supporters maakt dat weinig uit, die steunen hun ploeg door dik en dun. Fans die afhaken zijn fair weather fans. Zij vereenzelvigen zich met een club als het goed gaat, omdat dat succes dan afstraalt op hun eigen zelfbeeld. Gaat het slecht, dan kunnen zij zich gemakkelijk daarvan lostrekken. Het zit minder diep in hun identiteit dan bij diehard fans.”

Gevolg: er is ook meer nodig om hen terug te winnen. “Het is niet voldoende voor hen als de Rode Duivels zich ‘gewoon’ kwalificeren. Ze moeten alweer een grote kans maken om wereldkampioen te worden”, vreest Boen.

Zonde, vindt Tijs Cools van de overkoepelende supporters­vereniging 1895. “E en echte supporter laat zijn ploeg toch niet in de steek als het wat minder gaat?”