Advocaat van André Gyselbrecht: “Niet fier op wraking van onderzoeksrechter, maar het moest”

© BELGA

Op het proces over de Kasteelmoord heeft meester Johan Platteau in zijn pleidooi de rol van onderzoeksrechter Paul Gevaert besproken. Gevaert werd in 2013 gewraakt door de verdediging, toen hij in een aanhoudingsmandaat geschreven dat de feiten bewezen waren.

LEES OOK. Verdediging neemt gerechtspsychiater op de korrel op proces-Kasteelmoord: “Ik vertrouw die man voor geen haar”

Bij de start van zijn pleidooi kwam meester Platteau nog even terug op het moraliteitsonderzoek van Stijn Saelens. “Waarom is de gevaarlijkheid van Stijn Saelens en de waanzin van zijn emigratie naar Australië niet onderzocht zoals het moet?” De advocaat van André Gyselbrecht merkte op dat onder andere de ex-partners van het slachtoffer nooit ondervraagd werden.

Platteau toonde beelden uit een verhoor van Pierre Serry, twee maanden na de feiten. “Ik zou het ook doen, ik zou ook dul(kwaad, nvdr.) zijn. Zou jij niet dul zijn als je hoort dat je schoonzoon bezig is met één van zijn dochters?”, zei onderzoeksrechter Paul Gevaert. De onderzoeksrechter maakte ook duidelijk dat de familie Saelens het slachtoffer was, en dat hij over de eer van de doden moest waken. “Wat hij zou uitgestoken kunnen hebben, dat is een ander probleem. Daar trek ik mij niets van aan.”

“Dat verhaal kennen we”

Op 14 februari 2013 ging Gevaert bij de nieuwe aanhouding van Gyselbrecht volgens de verdediging opnieuw uit de bocht. In het aanhoudingsmandaat stond dat zijn rol als opdrachtgever van de feiten bewezen was. “Dat vond ik erover, een onderzoeksrechter moet onderzoeken. U zult oordelen wat bewezen is en wat niet.” Platteau besloot de onderzoeksrechter te wraken, waarop Gevaert zich uit de zaak terugtrok. “Ik ben daar echt niet fier op, maar ik heb gemeend mijn verantwoordelijkheid te moeten nemen. Ik moest dat doen”, aldus Johan Platteau.

Tijdens het pleidooi werden ook beelden uit een politieverhoor getoond. André Gyselbrecht probeerde over incest te vertellen, maar werd onmiddellijk afgeblokt door hoofdinspecteur Roelant. “Dat verhaal kennen we, dat moeten we niet meer horen. Dat verhaal maakt al meer dan genoeg deel uit van het dossier”, klonk het.

Dochter van procureur

Meester Platteau ging ook dieper in op de rol van procureur Marc Florens, wiens dochter een relatie heeft met de broer van Stijn Saelens. In een brief aan de procureur-generaal schreef toenmalig procureur des Konings Jean-Marie Berkvens dat hij Florens tot de grootste omzichtigheid had aangemaand. Florens zelf had dit naar eigen niet gehoord, maar vond wel dat hij correct gehandeld had door onmiddellijk een collega en de onderzoeksrechter in te lichten. “Maar onderzoeksrechter Gevaert verklaart dat hij pas maanden later van die relatie hoorde. Ik vind dat toch vreemd.”

Ook met het verhoor van de vader van Stijn Saelens was volgens meester Platteau iets raars aan de hand. Werner Saelens verklaarde immers dat hij Florens, de schoonvader van zijn zoon, nooit belde en op 3 februari 2012 slechts eenmalig ontmoette. Het telefonieonderzoek wees nochtans uit dat er een week na de feiten wel contacten waren.

Dezelfde getuigen, andere verklaringen

Platteau plaatste maandag ook enkele kanttekeningen bij de ondervragingen van getuigen door de twee onderzoeksrechters in het dossier. “Ik stel vast dat de getuigenissen bij de eerste onderzoeksrechter lijnrecht staan tegenover de getuigenissen bij de tweede onderzoeksrechter. Het gaat nochtans om dezelfde getuigen. Ik vind dat vreemd”, zo zei Platteau herhaaldelijk.

Platteau citeerde uit de ondervragen van twee getuigen in het onderzoek. De verklaringen werden in de zaal geprojecteerd op verschillende tv-schermen. “Ik vraag u, mevrouw de voorzitter, luister goed naar de verklaringen. Eerst bij onderzoeksrechter Paul Gevaert en vervolgens bij onderzoeksrechter Koen Wittouck.

De eerste getuige, Geertrui Lauwaert, is een kennis van de familie Saelens. In haar ondervraging door Gevaert op 1 februari 2012 schildert ze Stijn Saelens af als iemand die denigrerend doet tegenover zijn echtgenote Elisabeth Gyselbrecht. “Ze zitten niet op dezelfde golflengte.” Lauwaert zegt ook af te weten van de incest van Stijn op zijn dochter en dat ze Stijn op de ernst van de feiten heeft gewezen. “Stijn komt over als iemand die buiten de realiteit staat”, zo citeert Platteau nog uit het verslag.

Vervolgens citeerde Platteau uit de ondervraging van Lauwaert door Wittouck, in 2016. “En daar vertelt ze plots dat het niet Stijn zijn bedoeling was om incest te plegen. Dat kadert in de hippiecultuur die Stijn aanhangt”, zegt de getuige. “En in die tweede ondervraging zegt ze dat Stijn geen manier van denken had die wereldvreemd was, maar een coherent beeld gaf over zijn manier van bestaan. En dat Stijn zich beklaagde over het uiterst dominante gedrag van André Gyselbrecht tegenover Elisabeth en het gezin.” Platteau wees de rechtbank op de tegenstrijdigheden: “Ik vraag u, mevrouw de voorzitter, zoek samen met ons naar de waarheid.”

“Het woord hippiecultuur komt terug”

Platteau haalde ook een tweede getuige aan. Het gaat om Stephan Viaene. “Ook hem kent dokter Gyselbrecht niet, ”, verduidelijkte Platteau. “Bij de eerste ondervraging, door Gevaert, vertelde meneer Viaene dat Stijn Saelens zijn kinderen graag ziet, maar ze ook pest. De moeder van Saelens vertelde aan Viaene ook dat er een incident was geweest met dochter Josephine, dat Stijn aan haar geslacht gekomen had. Volgens hem zitten Stijn en Elisabeth niet op dezelfde golflengte.”

“In zijn verklaring bij Wittouck wordt dat plots iets helemaal anders: alles is spelenderwijs gebeurd en alles kadert ook in de hippiecultuur. U hoort het mevrouw de voorzitter, het woord hippiecultuur komt terug, ”, merkte Platteau op, “Ik vind dat raar.”

“Volgens Viaene had Saelens plots geen wereldvreemde visie, maar ging hij wel regelmatig in de clinch met zijn oerconservatieve schoonvader. U moet hierover oordelen. U moet kiezen, u kunt geen gokje wagen, als dit niet is uitgeklaard kunt u volgens mij niet oordelen”, zo richtte Platteau het woord tot de rechtbank.

Volgens Platteau hebben beide onderzoeksrechters wel de vraag naar het hoe, wie en wat gevoerd, maar de vraag naar het waarom nooit. “Niet bij de eerste onderzoeksrechter Paul Gevaert, maar ook niet bij de tweede, Koen Wittouck, is die vraag ooit gesteld.”

Zitting met vertraging gestart

Net als vrijdag is veel publiek opgedaagd voor het pleidooi van de verdediging. De zaal is zo goed als helemaal volzet. De zitting startte met een kleine 20 minuten vertraging, omdat voorzitter Els D’Hooghe eerst nog een andere zaak moest uitstellen.

Zitting met vertraging gestart

Saelens werd op 31 januari 2012 doodgeschoten in zijn kasteel in het West-Vlaamse Wingene. Zijn schoonvader André Gyselbrecht wordt beschouwd als de opdrachtgever voor de moord. Pierre Serry zou als tussenpersoon opgetreden zijn bij het beramen van de moord. Het lichaam van Saelens werd twee weken na de feiten aangetroffen vlakbij een chalet van Serry in Maria-Aalter.

Evert de Clercq zou een rol hebben gespeeld bij het ronselen van de intussen overleden huurmoordenaar Antonius van Bommel. Deze laatste werd op de dag van de feiten door zijn neef Franciscus Larmit naar het kasteel in Wingene gebracht. Larmit zou ook geholpen hebben om het lichaam van het slachtoffer te begraven.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen