Direct naar artikelinhoud
Opinie

Hoe gezond is 'gezonde mix' op school?

Michael S. Merry.Beeld Oscarine Vonk

Michael S. Merry is hoogleraar onderwijskunde en filosofie aan de Universiteit van Amsterdam en auteur van Equality, Citizenship and Segregation.

Na het kamperen voor de schoolpoort, blijft de verdeeldheid tussen ouders, politici en academici in Vlaanderen groot. Wat moeten we doen om de schoolinschrijvingen rechtvaardiger te maken? Moeten we wel iets doen? Op één punt lijken alle partijen in het onderwijsdebat het evenwel eens: een 'gezonde mix' van leerlingen op school is een goede zaak. Conservatieven vinden die mix weliswaar minder belangrijk dan de vrijheid van de ouders of de autonomie van de school, hem afwijzen doen ze niet. Linkse academici en politici zijn het erover eens dat de 'sociale mix' meer rechtvaardigheid tot doel heeft.

Impliciet of expliciet berust dat idee op twee veronderstellingen. De eerste is dat de 'mix' tot meer gelijkheid (van erkenning, behandeling en kansen) zal leiden. Het 'mengen' brengt zogenaamde kansarme kinderen in contact met de meer geprivilegieerde kinderen, zodat de eerste groep niet alleen een beter onderwijs krijgt, maar ook toegang tot het culturele en sociale kapitaal van de tweede.

De tweede veronderstelling, die vaak in termen van burgerschap wordt ingekleed, gaat ervan uit dat het mengen van leerlingen met een verschillende achtergrond harmonieuze interactie zal bevorderen tussen kinderen die elkaar anders niet zouden kennen of, nog erger, elkaar zouden wantrouwen. De 'mix' zal dus tot meer samenwerking leiden en tot een gezondere open democratie.

Geen enkele sociale mix zal het onderwijs rechtvaardiger maken zolang onze scholen hiërarchische instellingen blijven

Geen bewijs

Dat zijn aantrekkelijke idealen. Heel af en toe horen we zelfs succesverhalen, ook al blijven die anekdotisch (genre 'Ik ken een school in Brussel die…’). We hebben met andere woorden geen wezenlijk empirisch bewijs dat een mix echt op grote schaal doet wat zijn verdedigers – met inbegrip van sociologen en beleidsanalisten – ons willen doen geloven. 

In werkelijkheid hebben we betrouwbare gegevens van tientallen jaren die net het tegendeel aantonen: (a) een grote segregatie tussen buurten en scholen; (b) sorteer- en selectiemechanismen die vooral in 'gemengde scholen' segregatie binnen de school veroorzaken en (c) aanwijzingen dat de verwachtingen van de leerkrachten maar ook de praktijken voor het indelen, het groeperen en de handhaving van de discipline onevenredig nadelig zijn voor de kinderen die het 'mengbeleid' net zou moeten helpen. En dan heb ik het nog niet over het gedrag van de bevoorrechte ouders, of ze nu kamperen of niet!

Suggesties

Hoe moet het dan wel? Ik beperk me hier tot drie korte suggesties. Ten eerste zal geen enkele sociale mix het onderwijs rechtvaardiger maken, zelfs als de aanmeldingsprocedure eerlijker wordt, zolang onze scholen hiërarchische instellingen blijven. 

Ten tweede moeten we de hand in eigen boezem steken: als ze onderwijsgelijkheid willen, moeten academici en politici een kritische blik werpen op zeer problematische opvattingen achter zowel de conservatieve als de progressieve argumenten voor de sociale mix. Men vindt het blijkbaar vanzelfsprekend dat kinderen in zogenaamde concentratiescholen naast blanke kinderen uit de middenklasse moeten zitten om onderwijs van goede kwaliteit te krijgen. 

Ten derde moeten we de cognitieve dissonantie onderzoeken die ertoe leidt dat mensen dezelfde voorstellen blijven herhalen, terwijl de meeste empirische bewijzen ze tegenspreken. Na een poosje beginnen die slogans als geruststellende illusies te klinken.