Het schoolreglement van het Atheneum Maasland en de Nikola Tesla middenschool in Maasmechelen verbiedt het dragen van levensbeschouwelijke tekens op school, waaronder ook de hoofddoek valt.

De ouders van elf tienermeisjes waren naar de rechter gestapt tegen het hoofddoekenverbod. Zij vonden het onaanvaardbaar dat hun dochters geen hoofddoek mochten dragen op de schoolbanken. De schooldirecties hielden echter vast aan de regels van het Gemeenschapsonderwijs.

De burgerlijke rechtbank besliste op 23 februari dat de meisjes wel hun hoofddoek mogen dragen op de scholen in Maasmechelen. Het algemeen hoofddoekverbod schaft de rechter niet af, want dat ligt buiten zijn bevoegdheden. Er is dus sprake van een uitzonderingsmaatregel voor deze specifieke scholieren.

Beroep

Nu beslist het GO! onderwijs om in beroep te gaan tegen die uitspraak. De rechtbank volgt vooral de argumenten van de Raad van State, die wijst op het schenden van de rechten van de mens. Maar volgens topvrouw van het GO! onderwijs, Raymonda Verdyck, wordt geen rekening gehouden met de argumenten van de school.

‘Volgens de rechtbank is het schoolreglement enkel een document voor bij de inschrijving van de leerling. Ouders zouden dus naar de rechtbank kunnen trekken wanneer ze niet akkoord zijn met een element uit het reglement. Dat baart ons zorgen’, aldus Verdyck in De Ochtend op Radio 1. ‘Het schoolreglement is een vorm van contract tussen de school, de ouders en de leerlingen, en we betreuren dat dit zo niet gezien wordt. Dat kan verregaande gevolgen hebben.’

Verdyck wil een algemeen akkoord tussen de verschillende onderwijsverstrekkers. ‘In Vlaanderen zijn er soms in één straat scholen van verschillende onderwijsverstrekkers te vinden. We moeten samen het debat voeren.’

‘We willen een fijne schoolomgeving creëren voor iedereen, een plek waar elke leerling zijn plaats kan vinden. Daarvoor moeten we met elkaar in gesprek gaan’, besluit Verdyck.

‘Motivering belangrijk’

Minister van Onderwijs Hilde Crevits vult in De Ochtend op Radio 1 aan zat scholen een verbod goed moeten motiveren. ‘In principe is het aan de scholen toegelaten om te beslissen of een hoofddoek verboden is, maar je moet dat goed motiveren naar tijd en ruimte’, aldus de minister. ‘Motivering is het allerbelangrijkste, blijkt uit de rechtspraak.’

Crevits steunt Verdyck in haar vraag naar een overkoepeld gesprek tussen de verschillende onderwijsverstrekkers. ‘Ik wil gerust de onderwijsverstrekkers bij mij roepen, maar ze kunnen best zelf het gesprek aangaan.’