Daarom is sneeuw wit

© rr

Als water bevriest, blijft het doorschijnend. Waarom is sneeuw dan zo maagdelijk wit?

svg

Sneeuw is eigenlijk een opeenstapeling van ontelbare kleine ijskristallen. Die ontstaan wanneer waterdamp verrijpt zonder de tussenvorm van waterdruppels te kunnen aannemen. Een ijskristal op zich is doorschijnend en heeft geen kleur.

Het is pas wanneer de ijskristallen onderling botsen, dat ze aan elkaar blijven kleven en een sneeuwvlok vormen. Dan zien we overal waar we kijken witte vlokken en witte sneeuwtapijten met dank aan de fysica. De lichtstralen die op de ijskristallen van de sneeuw belanden, worden namelijk in een oneindig aantal richtingen kriskras door elkaar gebogen, afgebroken en weerkaatst. Een lichtstraal die aan de ene kant een ijskristal ingaat, kan er aan een andere kant weer uitkomen, maar intussen helemaal van richting veranderd zijn. Daarna valt hij weer op een ander ijskristal en begint het hele verhaal opnieuw in een andere richting.

Veel (wit) maan- en zonlicht dat op sneeuw valt, komt in alle richtingen terug in de vorm van wit licht. In zijn geheel is een sneeuwtapijt met andere woorden ondoorzichtig. En zo zit u te kijken naar een maagdelijk wit schouwspel, dat in principe uit een grote berg doorschijnende ijskristallen bestaat.