Vlaams Parlement keurt nieuw decreet interlandelijke adoptie goed

Ā Het Vlaams Parlement heeft het licht op groen gezet voor het vernieuwde decreet interlandelijke adoptie. De drie diensten voor maatschappelijk onderzoek worden gecentraliseerd, er worden stappen gezet naar een centrale wachtlijst, er komt meer samenwerking en de strijd tegen misbruik wordt opgevoerd. Bedoeling is dat de nieuwe regels tegen september 2018 in werking treden.

Het decreet op de interlandelijke adoptie trad in 2012 in werking. Maar sindsdien is de thematiek sterk geƫvolueerd. Ook het aantal buitenlandse adopties is sindsdien sterk gedaald. Tussen 2012 en 2016 was er zelfs een halvering van 122 naar 62.

Bovendien waren er de afgelopen jaren verschillende verhalen van problemen met interlandelijke adopties. Denk bijvoorbeeld aan de aanslepende moeilijkheden met adopties in Oeganda in 2016.

Met een voorstel van decreet en een voorstel van resolutie willen Katrien Schryvers (CD&V), Lorin Parys (N-VA) en Emily Talpe (Open VLD) de regels bijsturen en verbeteren.

Een van de ingrepen is de centralisatie van de diensten voor maatschappelijk onderzoek. Nu zijn er drie diensten, namelijk in Brussel, Hasselt en Gent.

Er worden ook stappen gezet naar de oprichting van Ć©Ć©n centrale wachtlijst. Nu gebeurt het soms dat kandidaat-adoptieouders bij het opschorten of stopzetten van een adoptiekanaal achteraan de wachtlijst van een ander adoptiekanaal belanden. Dat mag in de toekomst niet meer het geval zijn. Bedoeling is dat kandidaat-adoptieouders hunĀ  "anciĆ«nniteit" behouden.

Verder zal de geadopteerde vanaf de leeftijd van 12 jaar inzagerecht krijgen in zijn adoptiedossier. Wie jonger is, kan ook toestemming krijgen tot inzage van zijn of haar dossier, rekening houdend met de maturiteit van de betrokkene.

Naast die concrete bijsturingen aan de regelgeving, vragen de meerderheidspartijen in een resolutie ook aan de Vlaamse regering de procedures rond interlandelijke adoptie beter af te stemmen met het federale niveau en om meer garanties in te bouwen voor wat betreft de middelen die de kandidaat-adoptanten betalen voor projectsteun.

Die projectsteun, die betaald wordt aan het herkomstland of weeshuis, blijft een heikel punt. De bedragen voor die projectsteun variƫren sterk en zijn niet altijd even doorzichtig. Er zijn soms onvoldoende garanties over de besteding van dat geld. Het risico dat zogezegd betaald wordt voor een kind, is daarbij niet ondenkbeeldig.

"Daarom vragen we de Vlaamse regering te onderzoeken of er een internationaal draagvlak gevonden kan worden om een fonds op te richten waarin de projectsteun van de adoptanten wordt verzameld. Internationaal kunnen dan afspraken gemaakt kunnen worden met betrekking tot de besteding ervan", klinkt het.

Meest gelezen