Direct naar artikelinhoud
Kanal

Ophef over 'kunstkolonisatie': Brussels museum betaalt 2 miljoen euro voor personeel in Parijs

Oude citroensite waar museum Kanal komtBeeld Baert Marc

De komende 10 jaar zal Kanal, het museum dat moet komen in het Citroën-gebouw aan het kanaal, 11 miljoen euro betalen aan het Franse Centre Pompidou. Daarvan zal bijna 2 miljoen gaan naar de tewerkstelling van personeel in Parijs. Nu al zijn in Beaubourg 30 personen voor Kanal aan het werk.

Een jaar of vier geleden droomde minister-president Rudi Vervoort luidop van een Brussels Guggenheim. Het werd uiteindelijk een Centre Pompidou. Een eerste overeenkomst met Pompidou is getekend in september 2016, een tweede, meer gedetailleerde, in december 2017.

De Morgen kreeg een kopie daarvan in handen en daaruit  blijkt dat Kanal de komende 10 jaar geen 20 miljoen euro zal betalen aan Centre Pompidou zoals eerder in de pers verscheen, maar wel 11 miljoen euro.

Dat komt omdat het eigenlijke museum pas open gaat in 2023 en pas vanaf dan betaalt Brussel elk jaar 2 miljoen euro aan Parijs. 

In de voorbereidingsfase, van 2019 tot 2022 gaat het om 300.000 euro per jaar. In het jaar voor de opening verdubbelt dat bedrag. De overeenkomst legt vast dat het bedrag naar Centre Pomidou de eerste 3 jaar maximaal 100.000 euro per jaar bedraagt voor "de aanwerving door het Centrum Pompidou van personeel voor tijdelijke versterking van zijn teams in Parijs". 

'Op dit moment zijn er in Parijs al 30 mensen, waarvan sommigen deeltijds, die voor ons werken'
Yves Goldstein, projectverantwoordelijke Kanal

Vanaf het jaar voor de opening verhoogt het bedrag voor tewerkstelling in Parijs naar 260.000 euro per jaar. Op tien jaar tijd zal Brussel zo 1,8 miljoen euro uitgeven aan museumpersoneel in Parijs.

"Als het klopt wat u me zegt, is het nog gortiger dan we dachten", zegt Dirk Snauwaert, artistiek directeur van centrum voor hedendaagse kunst Wiels. "Dat wil zeggen dat de expertise in het buitenland zal blijven, in plaats van dat we ze binnenhalen."

2018 is een voorbereidingsjaar, met al enkele tentoonstellingen in de garage zoals ze op dit moment is. Daarvoor krijgt Centre Pompidou 1,25 miljoen euro. "Op dit moment zijn er in Parijs al 30 mensen, waarvan sommigen deeltijds, die voor ons werken", zegt Yves Goldstein, de projectverantwoordelijke van Kanal. "Vanaf mei gaan we op 13 maanden tijd 1000 werken tentoonstellen."

Yves Goldstein, projectverantwoordelijke KanalBeeld twitter

In de raad van bestuur van Kanal is onvrede te horen dat de overeenkomst met Centre Pompidou is getekend voor de raad was aangesteld. Het museum aan het Sainctelettekruispunt is een prestigeproject voor het Gewest. Het gaat in totaal om 34.000 vierkante meter, waarvan bijna de helft voor kunst is gereserveerd. Maar de Brusselse kunstsector vreest de Franse overheersing.  

Franse kolonisatie

Op een privé-bijeenkomst bij de Brusselse kunstverzamelaar Patrick Derom mocht Yves Goldstein het vorige week uitleggen aan een select gezelschap verzamelaars en kunstkenners. Volgens de krant l'Echo had Michel Draguet, hoofd van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, het over "Franse kolonisatie". Was ook aanwezig: de Franse ambassadrice. 

Lees: 'Het Brusselse kanaalmuseum, symbool van sabotagefederalisme' (+)

"Ik heb me geëxcuseerd bij haar", zegt Draguet. "Het is niet de schuld van de Fransen, want wij zijn hen gaan halen. Er zit in Brussel gewoon geen enkel concreet project achter."

De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, een federale instelling, bezitten zelf een kunstcollectie die in het nieuwe museum had tentoongesteld kunnen worden. De federale minister, toen nog Elke Sleurs (N-VA), wou echter geen federale collectie afstaan aan een museum van het Gewest. Minister-president Vervoort had dus een gebouw zonder collectie en klopte daarop aan bij Pompidou.

'Volgens mij hebben ze in Parijs na die overeenkomst meteen een krat Champagne gekraakt'
Dirk Snauwaert, Wiels

Projectleider Goldstein wil niet weten van kolonisering. "Pompidou zal net een geweldige hefboom voor ons zijn. Over tien jaar moeten we het zonder hen kunnen."

"Het beslissingscentrum zal al die tijd in Brussel liggen, niet in Parijs", zegt Goldstein.

Dinges hoe-heet-em-weer Broodthaers

In ruil voor de structurele samenwerking stelt Pompidou niet alleen haar werken, maar ook haar expertise ter beschikking van Kanal. Er zal een permanente collectie zijn waarvoor Kanal kan kiezen uit de collecties die Pompidou voorstelt. Daarnaast zullen er elk jaar ook twee tijdelijke tentoonstellingen zijn. Alles in samenspraak met de culturele directeur van Kanal.

"Die culturele directeur is nog altijd niet aangeworven", zegt Draguet. "Als je iemand zonder die expertise tegenover vier mensen van Centre Pompidou zet, dan doen die hun goesting."

Michel Draguet, directeur van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van BelgiëBeeld Photo News

Dat projectleider Goldstein het vorige week in het gesprek met de kunstverzamelaars had over "dinges hoe-heet-em-weer Broodthaers", viel evenmin in goede aarde.

Goldstein stelt dat de culturele directeur ten laatste een jaar voor de opening van het echte museum komt. "Op dit moment werken we met een curator, Bernard Blistène."

Blistène is directeur van het nationaal museum van moderne kunst van het Centre Pompidou. "Tegenover hem zou net een sterk persoon met visie moeten komen", zegt Draguet. 
"Volgens mij hebben ze in Parijs na die overeenkomst meteen een krat Champagne gekraakt", zegt Dirk Snauwaert van Wiels.

Politieke benoemingen

Vanaf 5 mei vindt al een eerste tentoonstelling plaats, met installaties en beelden die daar tegen bestand moeten zijn. Geen schilderijen dus. "Het is belangrijk dat de Brusselaars al eens binnen kunnen in het gebouw", klinkt het bij Kanal. Maar dat het dit jaar ook lokale en volgend jaar regionale verkiezingen zijn, speelt ongetwijfeld ook een rol. Want in de eerste plaats is dit museum ook politiek.

Getuige daarvan de drie ex-kabinetsmedewerkers die zijn aangeworven door de Stichting. Yves Goldstein en financieel verantwoordelijke Baptiste Delhauteur komen van het kabinet van Vervoort (PS), secretaris-generaal Jean-François Leconte van het kabinet van Gosuin (DéFI).

Die laatste twee zijn aangesteld na een aanwervingsprocedure, maar een lid uit de raad van bestuur uit bezorgdheid daarover. "Ze hadden drie kandidaten voorgeselecteerd, waarvan er twee gewoon echt te slecht waren. Logisch dat het dan de kabinetard wordt."