Waarom de Dodentocht zo ontzettend populair is

© gd

Wie nog twijfelt of hij wel of niet wil deelnemen aan de 49ste Dodentocht van Bornem is eraan voor de moeite. Alle beschikbare plaatsen zijn verkocht. Maar hoe komt het toch dat collectief afzien zo populair is?

pvm

Vrijdag 10 augustus vertrekt de 100km Dodentocht van Bornem voor de 49ste maal. Deze editie is het de eerste keer dat er een maximaal aantal deelnemers werd bepaald. Er kunnen maar dertienduizend wandelaars vertrekken. En dat maximumaantal werd in een mum van tijd bereikt: in iets meer dan een maand tijd.

Honderd kilometer wandelen, niemand doet het echt voor z’n plezier. Hoe komt het dan dat de Dodentocht zo snel volzet raakt? Sportsocioloog Bart Vanreusel lacht wanneer we hem de vraag stellen. ‘De revival van uithoudingssporten komt door het herleven van de oude bedevaartsgedachte. Om dezelfde redenen waarom iemand vroeger op bedevaart ging naar Compostella, daarom neemt hij nu deel aan de Dodentocht. Of loopt hij een marathon’, vertelt Vanreusel.

Gezamenlijk doel

Vanreusel: ‘Net als de bedevaartgangers van vroeger voelen de deelnemers van de Dodentocht een grote verbondenheid met elkaar. Het straalt een enorme solidariteit uit, wanneer je als groep een gezamenlijk doel hebt. Daarnaast is er het fysieke aspect. We leven in een virtuele wereld, waarin alles digitaal gebeurt. Dan kan het een hele verademing zijn om eens iets fysiek te moeten doen. Bovendien zijn veel mensen op zoek naar eenvoud. Ze willen terug naar de essentie. Ook dat is een onderdeel van de Dodentocht; door alleen maar te stappen je doel bereiken.’

De sportsocioloog benadrukt daarnaast dat ook de opkomst van sociale media een grote rol heeft gespeeld. Tegenwoordig wordt alles online gedeeld, zeker wanneer iemand een uitzonderlijke prestatie heeft verwezenlijkt. ‘Ons uithoudingsvermogen is uitgegroeid tot een statussymbool. Mensen wilden vroeger pochen met hun dure wagen, nu doen ze dat met hun gezondheid, met waartoe ze in staat zijn. Dat alles nu binnen de kortste keren kan gedeeld worden op sociale media, speelt dus zeker een rol.’

Groepsdruk

En dan is er nog de groepsdruk. Wie tien vrienden heeft die plots marathons gaan rennen en de Dodentocht uitwandelen, wil niet die ene vriend zijn die in zijn luie zetel televisiekijkt. ‘Aangezien uithoudingsvermogen een statussymbool is geworden, zet het ook aan tot imiteren’, besluit Vanreusel.

‘Met daarbij de cynische opmerking dat veel fervente sporters de dag nadien hun wagen nemen om naar de supermarkt op de straathoek te rijden. Het sporten van nu heeft dus ook dezelfde functie als de biecht van vroeger. Heel even je alledaagse zonden goedmaken, om er daarna weer volop aan toe te geven.’