Unicef wilt 1,3 miljard verzamelen voor Syrische kinderen met een beperking

Kinderen met een beperking zijn het meest kwetsbaar, stelt Unicef-directeur voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika Geert Cappelaere: "Hun omstandigheden vereisen gespecialiseerde hulp, en kinderen hebben andere behoeften dan volwassenen". Kinderen met een beperking dreigen ook een moeilijkere toegang te hebben tot basisvoorzieningen als gezondheidszorg en onderwijs. 

Volgens Unicef staan in Syrië ongeveer 3,3 miljoen kinderen bloot aan ontploffingsgevaar door landmijnen, en telt het land momenteel ruim anderhalf miljoen mensen die door de oorlog permanente beperkingen hebben opgelopen.
Zonder concrete cijfers aan te halen, stelt het VN-kinderfonds dat het aantal gedode Syrische kinderen door de oorlog om Syrië in 2017 met 50 procent is toegenomen in vergelijking met het jaar voordien. Het geweld moet stoppen, eist Unicef, dat enkel heil ziet in een "politieke oplossing". 

Unicef wijst er voorts op dat meer dan 90 procent van alle vluchtelingen uit Syrië in buurlanden van Syrië is ondergebracht. Het gaat om landen "die zelf ook fragiel zijn door instabiliteit en economische stagnatie". 

Om kinderen in Syrië en de buurlanden te steunen die door de Syrische oorlog getroffen zijn, rekent Unicef een bedrag van 1,3 miljard euro nodig te hebben voor de hulpprogramma's dit jaar. Om dat bedrag bijeen te sprokkelen start het fonds een campagne onder de noemer 'Alles kwijt, behalve zijn toekomst'.