Het groene of witte doktersbriefje waarop u een zegeltje van het ziekenfonds moet kleven, u kent het ongetwijfeld. Om het grootste deel van de kosten na een huisartsbezoek te recupereren, moet u dat briefje zelf opsturen of binnenbrengen bij het ziekenfonds. Wie dat papiertje twee jaar in de schuif laat liggen, mag zijn terugbetaling vergeten. Aan die rompslomp zou vanaf 6 februari een einde komen, beloofde minister De Block. Na een testperiode in januari konden alle huisartsen vanaf dan overschakelen op elektronische doktersbriefjes, die ze rechtstreeks naar het ziekenfonds sturen. De patiënt krijgt nog wel een bewijs mee ter controle, maar hoeft daar niets mee te doen.

Snellere terugbetaling

Heel wat tijdswinst dus, ook voor de ziekenfondsen die de briefjes niet meer manueel moeten verwerken. “En de patiënt zal sneller terugbetaald worden, namelijk binnen de twee of drie dagen”, beloofde De Block, die het einde van de papieren doktersattesten al eind 2015 aankondigde.

Maar anderhalve maand later maakt nog maar één op de tien huisartsen gebruik van de elektronische toepassing. Het Nationaal Verbond der Socialistische Mutualiteiten ontving van 1.681 huisartsen een eAttest, op een totaal van 16.682 huisdokters in België. “Het volume aan elektronische attesten groeit wel met de dag”, zegt Joeri Bouwens van de Socialistische Mutualiteiten. “In de derdebetalersregeling is elektronische facturatie al sinds 2015 in dienst, en dat wordt al door 6.000 artsen gebruikt. We verwachten dan ook een belangrijke groei in de volgende weken en maanden.”

Softwareproblemen

Dat het aantal nu relatief laag ligt, heeft te maken met softwareproblemen. Dat klaagde Vincent Aerts van De Artsenkrant al op 16 februari aan in een opiniestuk. “Het eAttest is in de praktijk nog sterk beperkt”, aldus Aerts. “De acht hiervoor erkende softwarepakketten ondersteunen de nieuwe functionaliteit immers nog niet volledig. De hamvraag luidt: waarom communiceert de overheid hierover naar het grote publiek? Waarom kondigt men de lancering aan van nieuwe elektronische systemen, terwijl niet gegarandeerd is dat het gros van de zorgverstrekkers ze deftig kan gebruiken? Doet de administratie dit met opzet om de gebruikers – artsen en patiënten – te frustreren en op de zenuwen te werken? Of is dergelijke aankondigingspolitiek ingegeven door electorale redenen? Zodat politici zich op de borst kunnen kloppen met al wat ze gerealiseerd hebben.”

Updates

Uit cijfers van het Nationaal Intermutualistisch Comité blijkt dat intussen minstens 77 procent van de artsen over de geschikte software beschikt. Onder hen ook huisarts Sarah Uten uit Diepenbeek. “Er zijn zeven softwaresystemen, maar bij mij waren er toch wat problemen met updates”, zegt dr. Uten. “Sinds dinsdag is het helemaal in orde en ben ik het eAttest beginnen uitsturen. Het is voor iedereen een tijdsbesparing. Enkel bij huisbezoeken schrijf ik nog wel een papieren attest uit, omdat we daar geen computer of tablet bij de hand hebben.”

Bij mij waren er toch wat problemen met de software. Sinds dinsdag is het in orde en ben ik het eAttest beginnen uitsturen Sarah UTEN Huisarts in Diepenbeek

Stijn Vanholle bevestigt dat de updates van de softwarepakketten voor vertraging zorgden. “Op voorhand hadden we ook verwacht dat bij de start zo’n 10 procent van de artsen zou participeren”, aldus Vanholle. “Zo’n update vraagt nu eenmaal tijd, en voor artsen is het niet evident om een moment te vinden waarop ze hun computer niet nodig hebben. Bovendien zijn er nog altijd zo’n 20 procent van de artsen die alles sowieso op papier doen. Het groene of witte briefje zal dus geleidelijk uitsterven, maar niet meteen.”

Minister van Volksgezondheid Maggie De Block wijst erop dat de toepassing pas sinds begin februari uitgerold is. “Deze cijfers tonen echter dat heel wat huisartsen er al gebruik van maken, en dat is natuurlijk positief. In de eerste plaats voor hun patiënten, maar ook voor de artsen en de ziekenfondsen zelf. Zij zien hun administratieve last verminderen en hebben zo meer tijd voor de patiënt. Ik ben dan ook zeker dat steeds meer huisartsen de weg naar het eAttest zullen vinden.”