"Maak bij een burn-out werkgever mee verantwoordelijk voor de uitkering"

Almaci's uitspraken zijn een reactie op het rapport van de SERV, het adviesorgaan van de sociale partners. Uit dat rapport blijkt dat 1 op de 8 werknemers klachten vertonen die kunnen leiden naar een burn-out. Voor zelfstandigen is dat 1 op de 10.

"Iedereen kent wel iemand met een burn-out", zei Almaci. "We gaven in 2017 voor het eerst meer uit aan arbeidsongeschiktheid dan aan werkloosheid. Dat toont toch de impact van het probleem. De regering toont te weinig ambitie rond werkbaar werk. Ze bespaart zelfs op maatregelen die werkbaar werk mogelijk moeten maken."

Oppositiepartij Groen wil dat de werkgever meebetaalt voor een werknemer die lange tijd uitvalt met een burn-out. "Nu valt zo iemand na een maand op de sociale zekerheid. In Nederland is dat pas na 2 jaar. We moeten de werkgevers sensibiliseren: wie het beter doet dan gemiddeld, krijgt korting, wie het slechter doet is tot een jaar mee verantwoordelijk voor de uitkering", werpt Almaci op.

Aan de overkant van de Terzaketafel zat Niko Demeester van ondernemingenorganisatie Voka. Hij is het niet eens met de maatregel die Almaci voorstelt en wijst erop dat 9 op de 10 werknemers het wel nog aankunnen.

"De werkbelasting is hoog in ons land. We zitten in een concurrentiële wereld. We werken in Vlaanderen weinig uren, veel minder dan in andere landen. Als we evenveel willen verdienen, moeten we dus ook harder werken", legt Demeester uit.

Demeester is wel voorstander van preventie, om zo veel mogelijk begeleiding te voorzien, onder meer via een preventieadviseur. "Maar als iemand die een burn-out heeft gehad terugkomt, moet het wel werkbaar zijn. Het kan niet dat je daarvoor dan het werk van 10 andere mensen lastiger gaat maken."

Dat burn-out een zware ziekte is, werd duidelijk uit de getuigenissen van twee mensen in "Terzake":