Hoewel de Vlaming nog steeds erg verknocht is aan onze auto, kiest hij in het algemeen vaker voor een alternatief, zoals de fiets of het openbaar vervoer. Dat blijkt uit de nieuwste editie van het Onderzoek Verplaatsingsgedrag (OVG) van de Vlaamse overheid.

Uit het onderzoek lijkt dat de auto voor het eerst sinds lang terrein verliest in Vlaanderen. Bij het vorige onderzoek (2015-2016) was de auto met 70 procent nog de voornaamste vervoerswijze. Nu ligt dat aandeel op net geen 65 procent.

Dat komt omdat de Vlaming almaar meer naar de fiets grijpt (van 12,41 naar 15,45 procent), maar ook vaker kiest om te voet te gaan (van 11,41 naar 12,49 procent) of het openbaar vervoer te nemen (van 4,47 naar 4,92 procent).

Volgens Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) zijn we daarmee op de goede weg. ‘Na een jarenlange stijging van het aandeel van de wagen leek de positie van koning auto onaantastbaar. Nu zien we een eerste groei voor de alternatieven’, zegt hij.

Wat het woon-werkverkeer betreft, blijft de auto veruit de eerste keuze. Het aandeel neemt toe van 67,34 procent tot 71,46 procent, vooral ten koste van het openbaar vervoer. Het aantal Vlamingen dat woon-werkverplaatsingen met de fiets (16,23 procent) of te voet (2,27 procent) aflegt, blijft nagenoeg stabiel.

Uit het OVG blijkt voorts onder meer nog dat de Vlaming elke dag gemiddeld 81 minuten doorbrengt in het verkeer. Dat is twee minuten minder dan bij het vorige onderzoek. Gemiddeld leggen Vlamingen 2,65 verplaatsingen en een afstand van ongeveer 37 kilometer af per dag.