Ook andere Belgische IS-vrouwen in gevangenenkamp getuigen: "Door bombardementen gaan kinderen mentaal achteruit"
De twee IS-vrouwen uit Borgerhout die Rudi Vranckx kon spreken in het Syrische vluchtelingenkamp Al-Hol, blijken geen unicum. Dat ontdekte Vranckx in het gevangeniskamp Al-Roj, waar hij samen met zijn ploeg eveneens binnenraakte.
Op zoek naar één Belgische IS-vrouw, trof de ploeg van Vranckx tot zijn eigen grote verbazing “een kleine kolonie Belgische vrouwen, jonge meisjes soms nog, met kinderen” aan in het gevangeniskamp Al-Roj.
Zelf sprak Vranckx er vijf Belgische vrouwen. Zij vertelden hem dat er in het totaal een tiental vrouwen in het kamp verbleven, samen met hun kinderen.
Een van de Belgische vrouwen in Al-Roj is Selin, de dochter van een Turks-Vlaamse vader. Zij vertelde een verhaal dat sterk lijkt op dat van Bouchra en Tatiana: terwijl er in Al-Roj wel al Nederlandse officials gezien zijn, heeft ze nog niets gehoord van België. Ook zij is nochtans bereid in België haar straf uit te zitten.
Selins kinderen zijn één en drie jaar en hebben het psychisch moeilijk. “Door de bombardementen zijn ze mentaal achteruitgegaan”, vertelde ze. “Nu gaat het een beetje beter, want er zijn geen vliegtuigen meer.” Ook zouden ze vaak ziek zijn.
Eenmaal op stap in het kamp, klampen nog meer Belgische vrouwen Vranckx en zijn team aan.
Op ze beseffen dat er vreselijke dingen gebeurd zijn? "Natuurlijk is iedereen bang van ons, dat begrijp ik", antwoordt Hafsa. "Maar iedereen maakt fouten. Moeten onze kinderen nu gestraft worden om onze fouten?"
De Franstalige Cassandra valt dan weer op in het kamp. Anders dan de andere IS-weduwen draagt ze geen sluier. "Ik deel die ideologie niet", zegt ze daarover. "Ik ben alleen maar mijn man naar hier gevolgd."
"Ik vraag me af hoe het in Thuis zit", sluit Hafsa nog af. "Het is drie jaar geleden dat ik nog eens heb kunnen kijken."
Wat moeten we nu aan met die verhalen? "Het is nu aan politie en inlichtingendiensten om die te controleren, en aan de politici om te beslissen wat er met de vrouwen en de kinderen moet gebeuren. Naïef mogen we alleszins niet zijn", zegt Vranckx.
Al-Roj ligt in het noorden van Syrië en is een van de meest beruchte gevangeniskampen dat door de Koerdische strijdkrachten daar gerund wordt. Terwijl het kamp Al-Hol, waar Vranckx de twee Belgische vrouwen Bouchra en Tatiana vond, een vluchtelingenkamp is waarvan een kleine sector fungeert als gevangenis voor IS-vrouwen, bevinden zich in Al-Roj exclusief vrouwen en kinderen van buitenlandse strijders. Het gaat om ongeveer 485 vrouwen; niet alleen westerse, maar ook Tunesische, Egyptische en Marokkaanse.