Abbas beschuldigt Hamas van aanslag op premier in Gaza   

Al-Hamdallah was afgelopen dinsdag naar de Gazastrook gereisd om een waterzuiveringsinstallatie in te huldigen. Kort na het binnenrijden ontplofte een bom naast zijn konvooi. Ook het hoofd van de Palestijnse inlichtingendienst maakte deel uit van de delegatie. De twee topfunctionarissen bleven ongedeerd, maar zeven andere mensen raakten gewond. Voor Abbas is het duidelijk: Hamas zat achter de aanslag.

In zijn toespraak bedreigde de Palestijnse president de radicale islamitische beweging met strenge juridische en financiële maatregelen als vergelding: "Genoeg is genoeg", klinkt het. Hierdoor lijkt het verzoeningsproces tussen de Fatah-partij van Abbas en Hamas weer op losse schroeven te staan.

Hamas, die de Gazastrook controleert sinds 2006, heeft de afgelopen maanden beloofd om de macht aan de erkende Palestijnse regering over te dragen. De gesprekken tussen de twee partijen verliepen almaar moeizamer. Vooral de veiligheid van Gaza blijft een knelpunt. Hamas weigert haar wapens in te leveren bij de Palestijnse autoriteit.

Abbas haalde in zijn toespraak ook zwaar uit naar de Amerikaanse president Donald Trump en zijn regering. Het verhuizen van de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem en het verder legaliseren van nederzettingen op Palestijns gebied zijn onaanvaardbaar, zegt Abbas. Hij kon zijn woede tegen de Amerikaanse ambassadeur David Friedman even niet verbergen en noemde hem een "hondenzoon".

Het Witte Huis is niet te spreken over de "totaal misplaatste beledigingen" van Abbas.

Friedman, zelf een jood, had in het verleden gezegd dat de illegale nederzettingen in Palestijnse gebieden deel uitmaken van de staat Israël. Maandag had hij ook een tweet verstuurt waarin hij naar de Westelijke Jordaanoever verwees als gesitueerd "in het noorden" van Israël.

"De tijd is gekomen voor president Abbas om te kiezen tussen haatdragende retoriek en concrete, praktische inspanningen om de levenskwaliteit van zijn volk te verbeteren en hen naar vrede en welvaart te leiden", zei Jason Greenblatt, die voor het Witte Huis het Israëlisch-Palestijnse conflict opvolgt.

Volgens Greenblatt zullen de Verenigde Staten zich blijven inzetten voor vrede in de regio en worden de laatste details van het zogenaamde "akkoord van de eeuw" op punt gesteld.

Sinds de omstreden beslissing van de VS om Jeruzalem te erkennen als hoofdstad van Israël, hebben de Palestijnen nochtans al meerdere keren aangegeven dat "de Amerikanen zichzelf gediskwalificeerd hebben om nog als bemiddelaar in het Midden-Oosten op te treden".