VN vraagt dat Turkije de noodtoestand opheft
De Verenigde Naties roepen Turkije op om de noodtoestand op te heffen die van kracht is sinds de mislukte staatsgreep in 2016. In een nieuw rapport stelt de VN dat de mensenrechten in Turkije door de noodtoestand steeds meer in het gedrang komen.
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan kondigde de noodtoestand af na de mislukte staatsgreep in juli 2016. Aanvankelijk zou hij drie maanden duren, maar hij is telkens verlengd, zodat de noodtoestand intussen al 20 maanden van kracht is.
De noodtoestand maakte het de regering makkelijker om vermeende aanhangers van predikant Fethullah Gülen, die volgens Erdogan achter de staatsgreep zat, op te pakken of opzij te zetten. De VN noemt het aantal mensen dat is opgepakt of ontslagen "verbijsterend".
Volgens VN-mensenrechtenverantwoordelijke Zeid Ra'ad al-Hussein zijn bijna 160.000 mensen opgepakt, onder wie 300 journalisten. Daarnaast zijn meer dan 150.000 ambtenaren ontslagen en meer dan 100.000 websites geblokkeerd. In het rapport worden de massa-ontslagen "veelal totaal ongegrond" genoemd.
"Het is duidelijk dat de opeenvolgende noodtoestanden die in Turkije zijn uitgeroepen, misbruikt zijn om de mensenrechten ernstig en arbitrair te beperken voor een grote groep mensen", zegt Al-Hussein. Â
De VN vraagt dat Turkije een einde maakt aan de noodtoestand en de journalisten, schrijvers, rechters en academici vrijlaat.
Europees Hof
Net vandaag heeft ook het Europese Hof voor de Rechten van de Mens de Turkse regering op de vingers getikt wegens het opsluiten van twee journalisten.
Mehmet Altan kreeg begin dit jaar levenslang omdat hij een rol zou hebben gespeeld bij de staatsgreep. Sahin Alpay kwam afgelopen zaterdag voorwaardelijk vrij. Volgens het Europees Hof was de opsluiting van beide journalisten niet wettelijk.
"Ongefundeerde aantijgingen"
Turkije heeft intussen al furieus gereageerd op het VN-rapport. "Het bevat ongefundeerde aantijgingen die perfect aansluiten bij de propaganda-inspanningen van terroristische organisaties", reageert het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Volgens de Turkse regering "gaat het rapport helemaal voorbij aan de ernstige en meervoudige bedreigingen waarmee Turkije wordt geconfronteerd, en in het bijzonder aan de gevolgen van de poging tot staatsgreep voor de bescherming van de mensenrechten." Â