Belgische F-16’s tussen 27 en 36 jaar oud

© BELGA

Verwarring troef over de precieze leeftijd van de Belgische vloot F-16’s. Minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) schept duidelijkheid: het geboortejaar varieert tussen 1981 en 1991, al zijn de meeste aan de jonge kant.

Matthias Verbergt

Vandaag ontstond onduidelijkheid over de leeftijd van de Belgische F-16’s. N-VA-Kamerlid Karolien Grosemans had het in De Zevende Dag over het bouwjaar 1976, SP.A-voorzitter John Crombez over maximaal dertig jaar oud.

Op VTM sprak Vandeput dan weer over een leeftijd van ‘vijftig tot zestig jaar’ die zou gehaald worden bij een verlenging. Eigenlijk hebben ze het alle drie niet helemaal juist, volgens het kabinet-Vandeput zelf.

Het oudste van de 54 actieve Belgische toestellen is van 1982, het jongste 1991, aldus Vandeput. De eerste levering F-16’s dateert van 1979, maar die oudste toestellen verkocht België gaandeweg. Momenteel is de vloot dus tussen 27 en 36 jaar oud, in 2023 wordt dat 32 tot 41.

Het grootste deel van de vliegtuigen ligt wel aan de jongere kant van die schaal, blijkt uit cijfers van het kabinet-Vandeput. Van de vliegtuigen geleverd tussen 1982 en 1983 zijn er nog elf in gebruik, en eentje minder voor de twee daaropvolgende jaren. Maar 33 van de actieve toestellen dateren van tussen 1988 en 1991.

De leeftijd is van belang voor de discussie die momenteel hevig woedt over de opvolging van de F-16’s. Maar zeker niet enkel de leeftijd telt, ook wat het gebruik is geweest van de toestellen en aan wat voor slijtage ze werden blootgesteld.