Voedselbedrijven laten stalen checken in het buitenland: "Maar wie meldingsplicht omzeilt, is strafbaar"
Voedselbedrijven laten steeds vaker een deel van hun stalen onderzoeken in buitenlandse labo's. Dat schrijft Het Laatste Nieuws. Fevia, de federatie van de voedingsindustrie, bevestigt de praktijk, die perfect legaal is. Maar ze wijst erop dat de producenten die weet hebben van afwijkende stalen de Europese meldingsplicht altijd moeten respecteren.
Als er iets mis is met een portie vlees of eieren, moet de producent dat volgens de Europese regels binnen de 48 uur melden aan het federaal voedselagentschap (FAVV). In ons land is die meldingsplicht uitgebreid naar de Belgische laboratoria. Zo kan het FAVV controleren of bedrijven wel alle onregelmatigheden melden.
Volgens bronnen die Het Laatste Nieuws citeert, is dat de reden waarom voedselbedrijven in ons land almaar vaker naar buitenlandse labo's uitwijken. Zo zouden ze kleinere probleempjes met stalen zelf kunnen opvangen.
Inbreuken melden
Nicholas Courant, woordvoerder van de federatie van de voedingsindustrie Fevia, bevestigt de praktijk, maar nuanceert ook: "De redenen daarvoor variëren. Dat kan puur pragmatisch zijn, bijvoorbeeld om capaciteitsproblemen bij de labo's in ons land op te vangen. Dat was bijvoorbeeld het geval na de fipronilcrisis. Het kan ook zijn dat internationale bedrijven contracten hebben met buitenlandse labo's. Maar in bepaalde gevallen kunnen we ons wel voorstellen dat bedrijven liever zelf wat de controle houden over de resultaten."
Wij hebben in principe een goed imago in het buitenland en dat willen we vooral zo houden
Dat is ook allemaal perfect wettelijk binnen de Europese markt, zegt Courant. "Zolang die producenten maar de Europese meldingsplicht respecteren en binnen de 48 uur eventuele inbreuken op voedselveiligheid melden bij het FAVV, zodat de nodige maatregelen genomen kunnen worden."
Wie dat niet doet, is strafbaar, stelt Courant nog eens duidelijk. Hij wijst erop dat voedselveiligheid ook gewoon economisch belangrijk is voor de sector. "Wij zijn heel streng gecontroleerd en dat is maar goed ook. Wij hebben in principe een goed imago in het buitenland en dat willen we vooral zo houden. Export is voor ons een belangrijke poot, gesteund op kwaliteit en voedselveiligheid."