Direct naar artikelinhoud
Sri Lanka

Waarom Sri Lanka het best bewaarde geheim van Azië is

Sri Lanka, die groene parel in de Indische Oceaan
Beeld Eline Vanlancker

Het mysterieuze kantje van India, de bountystranden van Indonesië en de stralende glimlach van de Thai, maar dan zonder de lading Duitse toeristen: daarom is Sri Lanka het best bewaarde geheim van Azië.

Naast de obligate olifant roept Sri Lanka bij de meesten een iets ­grimmiger associatie op, waarin een bloederige burgeroorlog en woeste Tamiltijgers de hoofdrol ­spelen. Gelukkig zijn de gemoederen al geruime tijd bedaard en is het vooral met een brede glimlach dat zowel Singalezen als Tamils ­toeristen begroeten.

Die eindeloze gastvrijheid proef ik meteen zodra ik met mijn reisgezelschap in de ‘traan van India’ neerstrijk. Hoewel Sri Lanka zeker niet verlegen zit om adembenemende luxeresorts, kiezen we ervoor om onze eerste nachten door te brengen in Dudley Guest House (in Habarana), een van de duizenden kleine homestays verspreid over het land. Sri Lankanen hechten minutieus belang aan comfort en hygiëne, het is dus eerder regel dan uitzondering dat je zelfs in de meest kleinschalige B&B’s een royale badkamer, panoramisch ­terras en knisperende lakens zult aantreffen.

Uitbaters beschouwen het als hun persoonlijke verantwoordelijkheid om je verblijf tot in de perfectie te regelen, en dat beperkt zich niet tot natte handdoekjes en een welkomstdrankje: als gast ben je deel van de familie. Zo werpt ‘Sir Dudley’ zich niet alleen op als een fantastische kok en tourorganisator. Hij staat erop ons overal gratis rond te rijden in zijn zelfgebouwde tuktuk, we krijgen een privéconcert van zijn muzikaal aangelegde zoon, en ook een uitgebreide massage in de ayurvedische spa van zijn broer blijkt geen moeite te veel.

Kwistig met curry

Zoals de meeste gasten eet ik ‘s avonds in mijn homestay zelf, waar de vrouw des huizes ons inwijdt in de wondere wereld van de Sri Lankaanse curry. Een typisch Sri Lankaans avondmaal bestaat uit een combinatie van ­minstens vier verschillende curry’s van vlees, vis of groenten, die je elk apart met de rijst in het midden verorbert.

Het is helemaal niet vreemd wanneer op de openbare weg plots een groep olifanten oversteekt

Een overdosis prikkels op je smaakpapillen is een reëel gevaar, zeker als je bij een overambitieuze chef als Dudley terechtkomt: maar liefst 18 verschillende curry’s worden ons voorgeschoteld, en het proberen identificeren van de ingrediënten blijkt al snel onbegonnen werk. Ziek wordt ik er gelukkig niet van, en hoewel de gegrilde vis en eeuwige dhal-curry (van peulvruchten) bij het ontbijt even slikken zijn, is het eten alleen al een reden om deze reis te maken. Gevoeligere magen kunnen zich wagen aan een fruit- en groentekuur, want nergens anders is de ananas zo zoet en de avocado zo zacht.

Safari

Geografisch gezien is Sri Lanka één grote tropische jungle, slechts onderbroken door een grillige bergketen in het midden. Waar het idee van milieubehoud en ecologie bij ons relatief recent is, is de traditionele bevolking van Sri Lanka al eeuwen actief in het beschermen van de natuur. Een groot deel van het eiland werd bestempeld als nationaal park, maar ook buiten de omheiningen bieden dichte bossen onderdak aan talrijke diersoorten.

Zo kijkt onze chauffeur helemaal niet vreemd op wanneer op de openbare weg plots een groep olifanten oversteekt, en wordt zowat elke tempel of ruïne door aapjes gekoloniseerd. Natuurlijk blijft een safari in het beroemde Yala National Park aanlokkelijk, en een zeer effectieve methode om het thuisfront jaloers te maken met een zelfgeschoten luipaardportret.

Ook de prijzen zijn nog relatief schappelijk: met z’n tweeën kost het ons zo’n 60 euro voor het totaalpakket van een vier uur durende safari. Bij de prijs inbegrepen: een eindeloze file van jeeps, een reeks mysterieuze ‘taksen’ en een bende onbekwame tourgidsen. Hopend op een extra centje van hun passagiers zien we verschillende jeeps veel te dicht bij de badende olifanten komen, waardoor opgeschrikte olifantenmoeders – tot groot jolijt van de ingezetenen – de jeeps in volle vaart achterna jagen.

Safari
Beeld Eline Vanlancker

Na een beetje doorvragen blijken ongelukken legio. Voor een safari zonder wrange ­nasmaak trekken we dus naar het minder bekende Kumana Park (Yala East), waar de lagere ratio aan ­luipaarden ruimschoots goedgemaakt wordt met ongerepte meren en ­uitgestrekte vergezichten.

Zwartpuntrifhaai

Aan de oostkust ondernemen we een excursie naar Pigeon Island, het kleinste nationale park van het land. Voor nog geen 10 euro worden we in een motorbootje met het nodige snorkelmateriaal op het eiland gedropt, waar ik met een klein hartje te water ga.

Al na een paar zwemslagen word ik niet alleen verblind door felgekleurde vissen en koraalriffen, wat verderop zie ik ook een school zwartpuntrifhaaien hun middagmaal opsmikkelen. In principe is dit type haai relatief ongevaarlijk, maar hun omvang van bijna twee meter doet me toch even slikken. Mijn mantra herhalend (Niet spartelen! Rustig blijven!) haast ik me terug richting strand, waar mijn hart nog minutenlang blijft nakloppen van de kick. Andere zwemmers kwamen ook nog zeeschildpadden tegen op hun tocht, maar zelf hou ik het voor bekeken. Met een kokosnoot in de hand geniet ik nog even na van deze wonderlijke plek.

Voor reuzenschildpadden trekken we dan weer naar het zuiden van het land, waar je dankzij het Rekawa Turtle Conservation Project zelfs het nesting-gebeuren mee kunt maken. De medewerkers van het project hebben bijna allemaal een verleden als hatcher (het stelen en verkopen van de schildpadeieren, waarvan geloofd wordt dat ze genezende krachten hebben). Dankzij de inkomsten van het toerisme kunnen ze hun karma opkrikken door de schildpadeieren net te beschermen.

Reuzenschildpadden maken hun nest enkel op het strand van hun geboorte, en het is pas na jarenlange omzwervingen dat ze daar terug belanden

Ondanks de goede intenties van het project, blijkt ook deze praktijk in realiteit toch wat bedenkelijk. In een groep van meer dan vijftig personen worden we ‘s nachts meegenomen naar het strand, waar we gebukt in het zand moeten wachten tot een reuzenschildpad aan haar nest begint en we er vervolgens met z’n allen tegelijk op afgestuurd worden. Bij gebrek aan toezicht halen enkele toeristen schaamteloos hun flitscamera boven. Beklemd door de massa rondom haar mislukt het nestje van de reuzenschildpad tot tweemaal toe, en baant ze zich uiteindelijk een weg terug de zee in, zonder haar eitjes achter te laten. Triestig, want reuzenschildpadden maken hun nest enkel op het strand van hun geboorte, en het is pas na jarenlange omzwervingen dat ze daar terug belanden.

Offerfeest

Niet alleen de natuurmens in mij bereikt het nirvana in Sri Lanka, als liefhebber van tempels uit vervlogen jaren staan ook de leeuwenrots van Sigiriya en de verlaten koningsstad Polonnaruwa op mijn lijstje. Beide plekken waren vroeger epicentra van weelderige samenlevingen, maar werden – net zoals Machu Picchu – door de jungle overwoekerd en pas in de 19de eeuw herontdekt.

Hoe archeologisch interessant de vindplaatsen ook zijn, het is de levendigheid van de vroegere hoofdstad Anuradhapura die mijn voorkeur wegdraagt. Met een oppervlakte van meer dan 40 km² zijn de ruïnes en klokvormige tempels (dagoba’s) niet alleen een gigantisch openluchtmuseum, voor boeddhisten is het ook een heilige plaats. Centraal in het tempelcomplex staat immers de 2.000 jaar oude Jaya Sri Maha Bodhi, naar verluidt de oudste boom ter wereld waarvan de plantdatum bekend is (al blijft er in feite niet veel meer van over dan een stevig ondersteunde tak).

Vanuit de tuktuk zien we honderden in het wit uitgedoste dorpelingen en junglebewoners kilometerslang richting boom wandelen om er lotusbloemen te offeren. Of ze vragen er advies aan de monniken en zingen arm in arm met hen de sacrale gezangen. Ook wij worden vol enthousiasme uitgenodigd om op te gaan in de ­heilige stoet en mee fruit te offeren als voedsel voor de Boeddha (dat echter al snel in handen van de apen terechtkomt, de plaatselijke gauwdieven van dienst).

Offerfeest
Beeld Eline Vanlancker

Naast het alomtegenwoordige boeddhisme van de Singalezen, vind je in het oosten van het land ook een actieve moslimgemeenschap en wordt het noorden gedomineerd door een toegewijde hindoegemeenschap, de Tamils. Onderweg naar het noordelijke Jaffna komen we terecht in een bonte hindoe­stoet van halfnaakte mannen met bezeten blik in de ogen, gevolgd door een bizarre praalwagen waar een man met haken in zijn rug aan hangt te bengelen. Van onze gids leren we dat hij het offer is, een enorme eer en garantie voor een voorspoedige wedergeboorte. Wat dat ‘offer’ precies inhoudt, wordt in het midden gelaten. De gruwelijke aanblik, de kleurige sari’s van de vrouwen, de extase van de kinderen en het luide tromgeroffel geven me zelfs als toeschouwer de indruk in een hallucinante trip beland te zijn.

Surf’s up

Minder obscure vleeshaken en meer westers vertier vind je in het oosten van het land, waar surfers uit Californië en Australië massaal heen trekken voor de ultieme bucketlist experience. Voor deze route neem je de lokale trein naar Ella, die slingerend tussen theeplantages en diepe canyons niet voor niets een van de mooiste treinreizen ter wereld genoemd wordt. Ook al is Ella met zijn kunstmatige hoofdstraat vol cocktailbars en koffiehuizen het backpackersmekka van het land, buiten de populaire hikes naar de bergtoppen Ella Rock en Little Adam’s Peak valt er weinig te beleven.

Van hieruit is het niet ver meer naar Arugam Bay, bij surfers wereldwijd bekend vanwege zijn scherpe right hand break die op goede dagen een channel (tunnelvormige golf) van wel 400 meter lang oplevert. Maar ook wij, beginnende surfers, komen er aan onze trekken dankzij de goed georganiseerde surfscholen en -spots verspreid over de hele baai. Wandelend door de hoofdstraat met haar perfect gestylede loungebars, hipsterige lunchplekken en vrolijke cabans, kan ik me bijna niet voorstellen dat precies deze plek zo hard door de burgeroorlog en daaropvolgende tsunami getroffen werd.

Waar Arugam Bay zich sindsdien volledig toelegde op het toerisme, zijn bij de vissers in het nabijgelegen Pottuvil de littekens wel nog goed zichtbaar. Met haar Tamil-bevolking werd de regio altijd al wat verwaarloosd door de overwegend Singalese regering. Zonder toeristische trekpleisters beperkte ook de wederopbouw na de ramp zich hier tot de bouw van armetierige hutjes. Voor hun broodnodige inkomsten kan de plaatselijke bevolking zich slechts beroepen op eeuwenoude vistechnieken, waardoor de lagunes kreunen onder overbevissing en mismeestering.

Na een uitgebalanceerde detoxmaaltijd volgt een hele reeks professionele behandelingen in de kliniek

Gelukkig gaat het de laatste jaren de goede kant uit dankzij de pas in het leven geroepen mangrove-ecotours. Vissers nemen ons mee op tocht in hun bootje door de moerassen, waarbij mijn hoop op het spotten van een krokodil niet ijdel blijkt. Deze nieuwe bron van inkomsten moedigt vissers er ook toe aan om beter zorg te dragen voor de lagune en haar kwetsbare ecosysteem.

Ayurveda

Ayurveda is een hippe term die bij ons te pas en te onpas op beautyproducten wordt geplakt waarvan de bakermat in eeuwenoude recepten uit India en Sri Lanka ligt. In de geneeswijze wordt gezondheid als een totaalpakket beschouwd: meditaties en yogasessies verscherpen de geest, etherische massages en stoombaden ontgiften het lichaam.

Bijna op elke straathoek in Sri Lanka vind je wel iemand die zich specialiseerde in ayurvedische massages, ook professionele ayurvedische dokterspraktijken zijn legio. Ayurveda is meer dan een toeristenval, ook de gewone bevolking geneest allerhande kwaaltjes met de aromatische thee en zalfjes die in elke apotheker te koop zijn.

In de hoop een echte full experience te beleven, breng ik de laatste dagen van mijn reis door in Barberyn, een van de oudste ayurvedische instituten aan de zuidkust van het land. Mijn dag begint er met een ochtendlijke yogasessie op het zeeplatform, waar ik de golven hoor ruisen en vanuit mijn ooghoek meermaals een pauw of aapje voorbij zie schieten. Na een uitgebalanceerde detoxmaaltijd volgt een hele reeks professionele behandelingen in de kliniek, waar dokters in roze sari’s me tot moes kneden met gepersonaliseerde oliën en kruidenmengsels.

Mijn favoriet: het natuurlijke stoombad, een soort houten sarcofaag vol kruiden en bloemen waarin ik mijn allerlaatste gifstoffen uitzweet.

“Health is wealth”, zei Boeddha ooit. Afkoelend op het terras met een yogi-theetje in de hand en zicht op de rijstvelden begrijp ik meer dan ooit wat hij daarmee wilde zeggen.