Direct naar artikelinhoud
Oorlog in Syrië

In Turkije staan Syriërs te dringen om terug te keren, desnoods te voet

Een Syrische vluchtelinge in een vluchtelingenkamp.Beeld Delil Souleiman

De buurlanden van Syrië vangen ruim vijf miljoen vluchtelingen op. Zeven jaar na het uitbreken van de oorlog is hun situatie er niet veel beter op geworden. Sommigen wagen de tocht terug naar huis, vooral vanuit Turkije.

Aan de Syrische grens in het Turkse dorpje Öncüpinar ligt een berg versleten koffers. Tientallen jonge mannen staan te dringen bij het hek. Ze snakken naar dat ene papiertje waarmee ze de grens over kunnen. Deze Syrische vluchtelingen willen Turkije niet in, maar uit.

Faisal Ismail is gisteravond aangekomen uit Istanbul. Een busreis van achttien uur. Dat is niets, grijnst de jongen in zwartleren jack. Al vier jaar wil hij terug naar huis: een dorpje vlak bij Raqqa, de voormalige hoofdstad van Islamitische Staat.

De twintiger moest Syrië ontvluchten omdat hij dienst weigerde in het regeringsleger van Basshar al Assad. In Istanbul werkte hij in de bouw. Ismail zegt niets te klagen te hebben over zijn verblijf in Turkije: "Als je het handig aanpakt, kun je hier doen wat je wilt." Toch heeft hij er genoeg van. "We missen onze familie, onze grond, onze dorpen, onze dieren. Wat valt er nog meer te zeggen?"

Afrin

Het vluchtelingenkamp van waaruit deze Syriërs terugkeren ligt pal naast de Noord-Syrische regio Afrin. Turkije viel dat gebied ruim twee maanden geleden binnen en leverde strijd tegen de Koerdische YPG-milities. Precies aan deze grensovergang rolden de Turkse tanks wekenlang af en aan. Nu is het relatief rustig. Vrijwel de hele regio Afrin is inmiddels in handen van het Turkse leger.

'Als je het handig aanpakt, kun je hier doen wat je wilt, maar we missen onze familie, onze grond, onze dorpen, onze dieren'
Faisal Ismail, Syrische vluchteling in Turkije

Husseyin Tosun (20) juicht de troepen toe. De Turkmeense Syriër komt uit Manbaj, een stad ten oosten van Afrin. Hij zit al vanaf zijn veertiende aan de grensovergang. Omdat hij naast Arabisch vloeiend Turks spreekt, vertrouwen de Turkse autoriteiten hem. Tosun is de regelaar, de jongen die iedereen kent.

"Ik heb alles met eigen ogen gezien", vertelt hij. "Sinds anderhalf jaar keren er steeds meer mensen terug. In het begin waren het er zo'n veertig per dag, maar sinds twee maanden zijn de aantallen enorm toegenomen. Soms steken dagelijks wel honderdvijftig mensen de grens over."

Dat heeft te maken met het Turkse offensief in Afrin, aldus Tosun. "Eerst konden veel mensen niet terug, omdat de YPG checkpoints in het gebied had en alles in de gaten hield. Maar nu is het veiliger. Veel mensen keren terug uit de dorpjes die door het Turkse leger zijn bevrijd, maar ook naar andere gebieden. Raqqa, Deir ez-Zor, Aleppo, ga zo maar door."

Dat betekent allerminst dat de oorlog in Syrië is bedaard. Even verderop langs de Turks-Syrische grens, naast de provincie Idlib, probeerden vluchtelingen in de afgelopen maanden juist massaal Turkije te bereiken. Human Rights Watch publiceerde onlangs een vernietigend rapport, waarin het concludeert dat Turkse grenswachters de vluchtelingen gedwongen terugsturen.

Geen dwang

Maar volgens Tosun is er in dit grenskamp geen sprake van dwang. "Zoiets heb ik hier nog nooit gezien", zegt hij stellig, wijzend op een minibusje dat wordt volgestouwd met bagage. "Deze mensen willen juist heel graag terug."

De procedure is simpel. "Als je een paspoort hebt, kun je zo oversteken. Zo niet, dan moet je hier wachten op een uitreisbewijs. Voor families gaat dat erg snel, maar jonge mannen worden eerst gescreend op mogelijk lidmaatschap van een terroristische organisatie."

De Syriërs staan inderdaad te dringen voor het loket dat het gewenste papiertje afgeeft. Faisal Ismail heeft vandaag nog geen geluk gehad. Samen met de andere wachtenden deelt hij de zoveelste sigaret.

Het zijn jongens van in de twintig. Hun leven past in één tas.

"Als God het wil, vertrekken we morgen", zegt Ismail. Hoe precies, dat weet hij zelf ook niet. De minibusjes rijden naar het eerste dorpje in Syrië, daarna moeten de terugkeerders zelf verder zien te komen. "Ik vind wel iets", grijnst de jongen uit Raqqa. Hij heeft geen geld meer, zelfs geen telefoon. "Desnoods loop ik terug naar huis."

De volgende dag is hij vertrokken.

***

VN: "Teruggaan is nog te gevaarlijk"

Syrische vluchtelingen die zich massaal voorbereiden op terugkeer? Nee dat ziet Scott Craig, UNHCR-woordvoerder in Libanon zeker niet om zich heen. "We zien wel sporadisch dat mensen spontaan terugkeren. Maar dat gaat niet om grote aantallen. In 2017 keerden bijvoorbeeld een paar duizend mensen terug."

En dat terwijl er sinds de oorlog bijna een miljoen Syrische vluchtelingen naar Libanon zijn uitgeweken. Een op de vijf inwoners in dat land is inmiddels Syrisch. Met deze groep vluchtelingen gaat het steeds slechter zegt Craig. "Ze worden armer en armer. Vaak wordt gedacht dat de situatie van vluchtelingen statisch is, dat hun levensomstandigheden min of meer hetzelfde blijven. Maar dat is hier in Libanon zeker niet het geval."

Driekwart van de Syrische vluchtelingen leeft onder de armoedegrens, rekent Craig voor. "Dat wil zeggen dat ze van minder dan 4 dollar per persoon per dag moeten leven. Voor 60 procent is dat zelfs minder dan 3 dollar per dag. Libanon is een duur land, de huren zijn hoog en voedsel is prijzig. En humanitaire organisaties krijgen steeds minder fondsen."

Natuurlijk willen mensen het liefst terug, zegt Craig. "Hele families zijn door de oorlog uit elkaar gevallen. Soms zit de ene helft in Libanon en is de andere in Syrië achtergebleven." Dat ze ondanks hun ellendige omstandigheden niet teruggaan, laat volgens hem vooral zien dat ze het nog te gevaarlijk vinden. "Soms gaat een familielid voor een kort bezoek heen en weer naar Syrië om de situatie te peilen. Hoe is het met het huis, het bedrijf, de wegen?" Een algemeen beeld valt uit hun verhalen nog lastig op te maken.

Brandhaarden

Al lijkt het in je eigen stad of dorp veilig, dan nog brengt terugkeer risico's met zich mee, vervolgt Femke Joordens voorlichter van de UNHCR Nederland. "Bijvoorbeeld omdat je door onveilig gebied moet reizen om er te komen." Syriërs die terugkeren gaan volgens haar vooral naar plekken als Homs, Aleppo en Dara'a. Maar benadrukt Joordens, recentelijk zijn ook weer hele groepen weggetrokken uit brandhaarden als Afrin en Ghouta.

Assistentie bij terugkeer verleent de UNHCR niet, want dat zou op een aansporing kunnen lijken

De VN proberen aan de grenzen zoveel mogelijk informatie te verzamelen over de profielen van mensen die teruggaan en hun beweegredenen. Ook proberen ze te inventariseren wat zij minimaal nodig achten om de sprong terug naar huis te wagen. Assistentie bij terugkeer verleent de UNHCR niet, want dat zou op een aansporing kunnen lijken, terwijl de vluchtelingenorganisatie de situatie in Syrië nog veel te onveilig vindt.

Volgens de hoge commissaris voor de vluchtelingen Filippo Grandi moet in elk geval eerst de bescherming van de mensen die naar huis willen gegarandeerd zijn. Hij verwacht niet dat als de situatie in Syrië wat stabieler is "5 miljoen mensen alles uit hun handen zullen laten vallen om naar Syrië terug te gaan". Volgens hem is het eerder een geleidelijk proces waarbij sommigen vooruitgaan om eerst hun huis te renoveren. Maar dat de gevluchte Syriërs naar huis zullen gaan staat vast, zegt Craig. "Het is niet de vraag óf ze zullen terugkeren, maar wanneer. Vooralsnog is het oorlog in Syrië."

'Het is niet de vraag óf ze zullen terugkeren, maar wanneer. Vooralsnog is het oorlog in Syrië'
Scott Craig, UNHCR-woordvoerder in Libanon