Het lichaam van het meisje werd op maandag 6 juni omstreeks 20 uur aangetroffen vlakbij de Olympische Dreef in Anderlecht, nadat een minderjarige vriend van het meisje haar eerder op de dag als vermist had opgegeven. Die jongeman werd nog dezelfde dag door de jeugdrechter van Nijvel geplaatst in een gesloten jeugdinstelling, op verdenking van doodslag.

Begin augustus bekende de jongen dat hij de nacht van zondag 5 juni op maandag 6 juni met het meisje had doorgebracht op het dak van de Decathlon-winkel in Anderlecht. Ze zouden heel wat gedronken hebben en ruzie gekregen hebben toen T. de avances van de jongeman afwees, waarna zij over de rand gevallen zou zijn. Na haar val zou het meisje nog geleefd hebben maar de jongeman zou haar eerst misbruikt hebben, alvorens haar te wurgen. Korte tijd geleden bekende de jongen dan dat er geen sprake was van een accidentele val maar dat hij het meisje opzettelijk geduwd had.

Maandagavond werd in Anderlecht dan een reconstructie van de feiten gehouden. Noch het Brusselse parket, noch de advocaten van de jongeman, noch die van de burgerlijke partij wilden enige commentaar kwijt.