Taxshift kost gemeenten 200 miljoen euro

© photonews

De Vlaamse gemeenten lopen vanaf 2020 zo’n 200 miljoen euro belastinginkomsten mis door de taxshift.

Christof Vanschouebroek

De taxshift van de regering-Michel heeft als gevolg dat we allemaal wat minder personenbelasting betalen. Dit jaar is de tweede fase van die taxshift ingegaan, waardoor het nettoloon van werknemers een tweede keer is toegenomen. Het eerste deel van de maatregelen startte in 2016. Goed nieuws voor iedereen die werkt, maar minder goed nieuws voor de gemeenten. Die zien door de belastingverlaging 200 miljoen euro aan belasting­inkomsten in rook opgaan.

Dat komt doordat de gemeenten een bepaald percentage belastingen heffen op de personenbelasting die u en ik moeten betalen. Die zogenoemde aanvullende personenbelasting bedraagt bij de Vlaamse gemeenten gemiddeld 7 procent. Maar omdat door de taxshift de personenbelasting omlaag is gegaan, brengt die aanvullende belasting voor de gemeenten automatisch minder op.

‘Het gaat om zo’n 200 miljoen euro’, zegt Jan Leroy, directeur bij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). De gemeenten zullen die vermindering pas vanaf 2020 voelen. Dat komt omdat de belastingverlaging voor de inkomsten van 2018 geldt, maar de afrekening voor de gemeenten pas in 2020 volgt.

Terugverdieneffect

Het is een brutocijfer, want als door de lastenverlagingen bijvoorbeeld meer mensen aan de slag gaan, stijgt het totale pakket inkomsten en worden die minder-inkomsten gedeeltelijk gecompenseerd. ‘Maar dat terugverdieneffecten valt moeilijk te becijferen’, zegt Leroy.

De impact is volgens hem het grootst in de residentiële gemeenten rond de grote steden Antwerpen, Gent en Brussel. ‘Dat zijn vaak gemeenten met hogere inkomens waar de gemeenten in verhouding minder uit de onroerende voorheffing halen in vergelijking met de steden.’

Hogere opcentiemen

Het staat de gemeenten altijd vrij om het percentage dat ze heffen op de personenbelasting te verhogen. Maar de kans ze dat beslissen op een zucht van verkiezingen, is klein. ‘Bovendien is er in heel wat gemeenten sprake van een lokale taxshift’, zegt Leroy.

Ze zetten minder in op de aanvullende personenbelasting en richten hun belastingverhogingen op de opcentiemen op de onroerende voorheffing. ‘Die vormen een stabielere inkomstenstroom. Een huis is een huis en door de vergrijzing dreigen in heel wat gemeenten de inkomsten uit de personenbelasting terug te lopen. Driekwart van de gemeenten ziet het aantal mensen op beroepsactieve leeftijd dalen.’

Gemeenten halen vandaag 85 procent van hun belasting­inkomsten uit de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen op de onroerende voorheffing. Daarnaast heffen gemeenten een rist kleinere belastingen.