Direct naar artikelinhoud
Biodiversiteit

"Zonder hulp van de mens zullen honderden planten- en diersoorten uitsterven"

Een ecoduct in het Meerdaalwoud.Beeld rv

De versnippering van natuurgebieden en geschikte biotopen is in België, zeker in Vlaanderen, zo extreem dat kleinere restpopulaties van bedreigde planten- en diersoorten dreigen te imploderen door onder meer inteelt. Er wordt daarom dit jaar een beleidskader uitgewerkt om translocaties mogelijk te maken. Veel natuurliefhebbers zijn daar evenwel geen voorstander van. 

Als we als mens niet ingrijpen en dieren en planten van de ene plek naar de andere transporteren om er nieuwe populaties te vormen of om bestaande genetisch te versterken, dreigen we honderden soorten te verliezen op lange termijn.

Tot vandaag is dat voor veel natuurliefhebbers een brug te ver. Nochtans zijn vele van onze soorten dikwijls nog relictpopulaties uit de prehistorie, toen migratie van de ene populatie naar de andere nog mogelijk was en toen ons landschap er fundamenteel anders uit zag.

"Het herlokaliseren van soorten of individuen is een essentiële denkoefening, die echter bij veel natuurbeschermers weerstand oproept", zegt Joachim Mergeay, onderzoeker bij het INBO in Brussel. "Vaak is de enige reden die ze aanhalen 'omdat het artificieel is'. Nochtans is dat niet meer of minder artificieel dan perceel per perceel te beslissen of we een landbouwer het gras te laten maaien dan wel om er zijn koeien te laten grazen."

'Het herlokaliseren van soorten of individuen is een essentiële denkoefening, die echter bij veel natuurbeschermers weerstand oproept'
Joachim Kergeay, onderzoeker bij het INBO

Verbreiding

De versnippering bij ons is dermate groot, dat organismen er maar moeilijk in slagen om van de ene populatie naar de andere te migreren. Dat geldt vooral voor de minder mobiele soorten. Omdat de populaties ook relatief klein zijn en kleiner worden, gaat de migratiedruk ook in dalende lijn, waardoor dieren niet meer wegtrekken.

"Bij natuurlijke verbreiding verlaat een individu een leefgebied en hoopt het elders een gebied te vinden waar het voortplantingssucces groter is en de competitie kleiner", verduidelijkt Mergeay. "Verbreiding is dus een risicovolle onderneming, waarbij velen proberen en weinigen uitverkoren zijn. Ons sterk versnipperde landschap zorgt zelfs voor natuurlijke selectie tégen verbreidingsgedrag, omdat het zelden nog evolutionair beloond wordt: gunstige leefgebieden liggen veelal te ver uit elkaar. Wie dan nog vertrekt, sterft onderweg en geeft zijn genen met zekerheid niet door."

Veel te menselijke kijk

Toch is het lokaal uitsterven van kleinere populaties niet zo uitzonderlijk. Het heeft altijd bestaan. "In een grotere metapopulatie, waarbij kleinere populaties met elkaar verbonden zijn, is het de natuurlijkste zaak van de wereld", weet Mergeay. "En het hoeft geen ramp te zijn zolang de snelheid waarmee deelpopulaties uitsterven flink lager is dan de snelheid van kolonisatie van nieuwe leefgebieden. Maar dat vraagt uiteraard heel wat beweging tussen leefgebieden. En door de versnippering is die natuurlijke kolonisatie niet meer mogelijk. Verbreiding door de mens is essentieel geworden voor het behoud van biodiversiteit op lokale en regionale schaal, omdat het noodzakelijk is om het natuurlijke proces van uitsterven van deelpopulaties te compenseren."

Hoe realistisch is het verdwijnen van volledige metapopulaties door een gebrek aan verbreiding? Voor zeer veel soorten is sinds de tweede helft van de 20ste eeuw zowel het aantal populaties als de grootte van die populaties sterk gedaald en is de afstand tussen populaties vergroot. "In België, en zeker Vlaanderen, is deze situatie extreem", aldus Mergeay. "Na de twee stadsstaten Luxemburg en Malta is België het sterkst ecologisch versnipperde land van Europa. En dan verbloemt Wallonië nog ruimschoots de situatie in Vlaanderen. 

'Na de twee stadsstaten Luxemburg en Malta is België het sterkst ecologisch versnipperde land van Europa'
Joachim Kergeay, onderzoeker bij het INBO

De aanleg van ecoducten kan hier en daar helpen, maar niet voor soorten die hun migratie na enkele honderden meter al voor bekeken houden. We hebben een veel te menselijke kijk op hoe organismen zich verspreiden. Onze beheersmaatregelen zijn bovendien erg minimalistisch. Als we er niet in slagen om ofwel erg grote natuurgebieden te maken, of door infrastructuurwerken de verbinding tussen afgelegen biotopen te voorzien van voortplantingsplekken, dan rest er maar één oplossing: de dieren en planten zelf verplaatsen."