Direct naar artikelinhoud
Opinie

Geen volwaardig alternatief voor Viktor Orbán

Viktor OrbánBeeld Getty Images

Tivadar Vervoort is research-master- student politieke filosofie aan de KU Leuven en woonde in Boedapest.

Terwijl westerse media soms de suggestie wekten dat recente corruptieschandalen tot verliezen voor het rechts-conservatieve Fidesz van premier Viktor Orbán zouden kunnen leiden, heroverde de partij voor de derde keer op rij een absolute meerderheid in het parlement. De afgelopen acht jaar bouwde Orbán al stevig aan zijn Hongarije als 'illiberale democratie'. En terwijl het wegnemen van liberale checks and balances de verkiezingen er niet eerlijker op heeft maakt, kampt Hongarije met een probleem dat helemaal niet zo uniek is: een gebrek aan een geloofwaardig alternatief voor Orbáns rechtspopulisme.

In West-Europa bereikte Orbán het toppunt van zijn bekendheid met zijn harde migratiebeleid. Ook nu richtte zijn campagne zich vooral op het gevaar dat buitenstaanders zouden betekenen voor de Hongaarse levenswijze. In zijn nieuwe grondwet noemt Orbán het katholieke heteroseksuele gezin als kernwaarde van de Hongaarse samenleving. Achter de bedreiging daarvan zouden de EU en György Soros schuilen, de Hongaars-Amerikaanse durfkapitalist en filantroop die migratie naar Hongarije zou aanwakkeren om zo zijn tradities om zeep te helpen. Overheidscampagnes die Soros en 'Brussel' in een kwaad daglicht stellen, draaien al enkele jaren. Orbáns verkiezingscampagne hoefde daar nauwelijks iets aan toe te voegen.

De overheid steunt Fidesz en Fidesz is de overheid

Het is duidelijk dat de verkiezingen niet helemaal eerlijk zijn verlopen. Naast een dozijn onregelmatigheden met stembiljetten, -lokalen en gekochte stemmen, noteerden onafhankelijke observatoren structurele gebreken in aanloop naar de verkiezingen. Zo bevoordeelt het kiesstelsel dat Fidesz in 2012 invoerde, de winnaar van de verkiezingen bijzonder disproportioneel: met 48,5 procent van de stemmen haalde die partij een tweederdemeerderheid in het parlement.

Problematischer is het vervaagde onderscheid tussen de verkiezingscampagne van Fidesz en communicatie van de overheid. Posters van de overheid waarmee gewaarschuwd wordt voor het gevaar van 'Brussel', migranten en Soros kunnen moeilijk anders worden omschreven dan als propaganda: de overheid steunt Fidesz en Fidesz is de overheid.

Ook oppositie treft blaam

Datzelfde geldt voor de publieke omroep, die zijn kritische journalisten al jaren terug ontsloeg. Onafhankelijke media zijn inmiddels goeddeels in de handen van de zakenvrienden van Orbán gevallen en een mediawet leidt tot zelfcensuur. Ook hogere rechtsorganen zijn hun onafhankelijkheid kwijt. Echt sjoemelen met de democratie heeft Orbán dus niet nodig; 'eerlijke' verkiezingen vergroten zijn legitimiteit veel meer.

Dat Hongaren massaal op Orbán stemmen, ligt dus nauwelijks aan gesjoemel met stemmen. Maar hoewel Orbáns macht bijzonder ver reikt, treft ook de oppositie blaam. Die bestaat uit de sociaaldemocratische partij MSZP, die negen jaar geleden alle geloofwaardigheid verloor na haar eigen corruptieschandaal, en twee afsplitsingen daarvan. Alle drie zijn zij nauwelijks links en hoogstens sociaal-liberaal te noemen. De groene anticorruptiepartij De Politiek Kan Anders (LMP) is sinds haar oprichting verre van groot genoeg om de politiek daadwerkelijk te veranderen.

Net als hier komt men niet verder dan rechtspopulisme en kleurloze middenpartijen

Orbáns grootste bedreiging is Jobbik, een extreemrechtse partij met paramilitaire vleugel die ik zag inslaan op de menigte waarmee ik destijds tegen Orbáns nieuwe grondwet protesteerde. Die partij probeerde zichzelf nu iets salonfähiger te presenteren, maar het lukte haar niet zich nadrukkelijk van Orbáns Fidesz te onderscheiden. Samen haalden Fidesz en Jobbik 68 procent van de stemmen.

Niet alleen de democratie staat in Hongarije onder druk, ook de politieke verbeeldingskracht. Precies daarin is de situatie in Hongarije helemaal niet zo uniek. Net als hier komt men niet verder dan rechtspopulisme en kleurloze middenpartijen. Dat Orbán ondanks alle corruptie, haat en zelfverrijking meer in plaats van minder stemmers wist te trekken, betekent dat zijn tegenstanders er niet in slagen een geloofwaardig alternatief te bieden: zonder dromen regeert de angst.