Veiligheidsraad bereikt geen akkoord over onderzoek naar mogelijk gebruik van gifgas in Syrië  

De grootmachten bespraken in de Veiligheidsraad de optie om een nieuwe en onafhankelijke organisatie op te richten die de gifgasaanvallen in Syrië zou onderzoeken en ook zou vaststellen wie er verantwoordelijk is. De VS en de westerse landen wijzen in de richting van president Bashar al-Assad, maar het Syrische regime en bondgenoot Rusland ontkennen.

Eerst gebruikte Rusland zijn vetorecht in de Veiligheidsraad tegen een resolutie van de Verenigde Staten. De tekst van de Amerikanen - goedgekeurd door twaalf landen tegen twee (Rusland en Bolivia) en een onthouding (China) - stelde de oprichting voor van een onafhankelijk VN-onderzoeksorgaan naar het gebruik van chemische wapens.

Het Russische tegenvoorstel kreeg zes stemmen voor en zeven stemmen tegen, met twee onthoudingen, waardoor de tekst niet werd goedgekeurd. De ontwerpresolutie voorzag eveneens in de oprichting van een onderzoeks­orgaan, maar gaf de Veiligheidsraad ook de mogelijkheid om de resultaten daarvan te begraven.

Volgens de Amerikaanse ambassadrice bij de VN, Nikki Haley, was er niets onafhankelijks aan het voorstel van Rusland. "De resolutie geeft Rusland zelf de mogelijkheid om onderzoekers aan te stellen", zei ze. De tekst van Moskou had volgens haar enkel als doel "om het regime van Assad te beschermen". Haley sneerde dat de wereld zou onthouden dat Rusland "opnieuw de kant kiest van een monster".

De Russische ambassadeur, Vassili Nebenzja, wierp tegen dat de Amerikanen en hun bondgenoten geen resolutie nodig hebben over de schuldvraag, want ze geven Assad en Rusland nu toch al de schuld. "Jullie zoeken simpelweg een uitvlucht om in te kunnen grijpen", klonk het.

Intussen maken onderzoekers van de OPCW, de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens, zich op om naar Douma te reizen. Ze zouden er gaan onderzoeken of er effectief chemische wapens zijn gebruikt, maar het is niet de bedoeling dat ze ook een schuldige aanwijzen. Bovendien is het nog niet duidelijk welke toegang ze zullen hebben tot het terrein.

De Amerikaanse president Trump heeft een krachtig antwoord beloofd op de mogelijke gifgasaanval in Douma. Na een gelijkaardige aanval vorig jaar voerden de Amerikanen een raid uit op een Syrische luchtmachtbasis. Mogelijk volgt er in de komende dagen opnieuw een interventie, met de ondersteuning van bondgenoten als Frankrijk en Groot-Brittannië. Rusland waarschuwt hen om dat niet te doen.

"Er wordt hier volop gespeculeerd dat er een gezamenlijke actie op til zou zijn van de Britten, de Fransen en de Amerikanen", zegt VS-correspondent Björn Soenens. "Het zou weleens kunnen dat we tegen het weekend een grote actie krijgen op Syrische luchtmachtbasissen of andere infrastructuur."

Volgens Syrische oppositieleden, reddingswerkers en dokters heeft het Syrische regime afgelopen zaterdag vaten met giftige chemische stoffen gedropt op Douma.  Meer dan 500 mensen moesten naar het ziekenhuis met symtomen als schuim op de lippen en moeilijkheden om te ademen. De schattingen over het aantal doden gaan van 40 tot meer dan 60.