WHO eist "onmiddellijke toegang tot Syrische stad Douma na mogelijk chemische aanval"
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft "onmiddellijke en ongehinderde toegang" geëist tot Douma, de stad in Syrië waar er bij een mogelijke chemische aanval tientallen doden vielen. De WHO eist toegang "om hulp te kunnen bieden en om de rapporten van partnerorganisaties te controleren die aangeven dat er 500 mensen getroffen werden door de aanval".
De WHO eist "onmiddellijke en ongehinderde toegang tot het getroffen gebied om de slachtoffers te verzorgen en de gevolgen voor hun gezondheid te beoordelen".
De WHO citeert berichten waarin staat dat 70 mensen werden gedood bij de mogelijke chemische aanval in Douma, onder wie 43 met duidelijke symptomen van blootstelling aan hoog toxische stoffen. Lokale partners in de gezondheidszorg melden dat er daarnaast 500 mensen symptomen vertoonden als gevolg van blootstelling aan chemische stoffen, klachten zoals ademhalingsproblemen, irritatie van de slijmvliezen en verstoring van het centrale zenuwstelsel.
We zouden allemaal verontwaardigd moeten zijn over deze gruwelijke rapporten en beelden van Douma
"We zouden allemaal verontwaardigd moeten zijn over deze gruwelijke rapporten en beelden van Douma", zei Peter Salama, een WHO-adjunct-directeur-generaal.
Mogelijk chemische aanval Douma
De Syrische oppositie, reddingswerkers en medici zeggen dat de regeringstroepen een aanval uitvoerden op Douma, een stadje in de regio Oost-Ghouta bij Damascus, met bommen die gevuld waren met giftige chemicaliën. Volgens de Franse vertegenwoordiger in de VN-Veiligheidsraad werd het gifgas doelbewust gebruikt zodat het zou kunnen sijpelen tot in de kelders, waar mensen zich schuilhouden.
Het dodental na de vermoedelijk chemische aanval varieert. Sommige bronnen hebben het over 42 doden, andere spreken van meer dan 60 dodelijke slachtoffers.