Onderzoek naar dodelijke ramp met zeiljacht voor Belgische kust: verschillende schepen passeerden, niemand sloeg alarm

De ramp met het zeiljacht de Capella, vorige zomer voor de kust van Blankenberge, was te wijten aan een afgebroken kiel. Of de drie omgekomen slachtoffers gered hadden kunnen worden, zullen we nooit weten. Wel dat de drie overlevenden, die uren op hulp wachtten, veel sneller hadden kunnen gered worden. Zo blijkt uit het onderzoeksrapport dat zopas werd afgerond.

Thierry Goeman

Het zeiljacht Capella nam vorige zomer deel aan de ‘Light Vessel’-zeilrace. Het weer was slecht, de zee woest. Een eind voor de kust van Blankenberge sloeg het jacht rond 8.14 uur om. Alles gebeurde snel, de bemanning kreeg zelfs niet de tijd om een noodsignaal uit te sturen.

De tol was zwaar. Drie opvarenden kwamen om. De lichamen van de 79-jarige schipper én scheepsbouwer Frans Maas en dat van zijn kompaan Freddy Franssens (70) werden diezelfde dag nog geborgen. Dat van de amper 18-jarige Hannes Goegebeur uit Terneuzen zou pas dagen later teruggevonden worden in het Nederlandse Vlissingen. Drie andere opvarenden konden zich redden maar moesten meer dan zes uur op hulp wachten.

Het gerechtelijk onderzoek werd eerder al afgesloten en het parket besloot niemand te vervolgen. Maar nu heeft ook de federale instantie voor Onderzoek van Scheepvaartongevallen (FOSO) zijn onderzoeksrapport klaar. Ook daaruit blijkt dat er niemand schuld treft, maar dat er wel al veel sneller een reddingsoperatie gestart had kunnen worden.

Geen scenario voor vermiste schepen

De deelnemers aan de zeilrace moesten zich volgens het reglement van de zeilwedstrijd om 9 uur melden via de boordradio. Ter controle. De Capella meldde zich die bewuste eerste juli van vorig jaar niet. Maar er was geen scenario voorzien over hoe de organisatie zou omgaan met een deelnemer die zich niet meldde. En dus ging de race gewoon door, zonder dat alarm werd geslagen over een ‘vermist’ schip.

De Capella was om 9 uur al drie kwartier gekapseisd. Twee van de overlevende opvarenden waren bijna direct verdronken, een derde kon zich nog een tijdje vasthouden maar verdween dan ook in de woeste zee.

Verschillende schepen zien passeren

Drie andere opvarenden konden zich wel in veiligheid brengen door op de romp van het gekantelde zeiljacht te klimmen. Daar zagen ze in de loop van de volgende uren verschillende schepen passeren. Ze probeerden ook de aandacht te trekken van de bemanningsleden, maar zonder resultaat. Een van de schepen kwam zelfs zo dicht dat de om hulp roepende en zwaaiende bemanningleden van het gekantelde jacht een opvarende konden zien nippen van een tas koffie in de stuurhut. En toch vaarde het schip gewoon verder.

Pas om 14.38 uur merkte de kapitein van een voorbijvarend schip de gekapseisde Capella eindelijk op. Verschillende reddingsschepen en de Seaking-helikopter van Koksijde werden meteen ter plaatse gestuurd om de totaal onderkoelde opvarenden te redden en de slachtoffers te bergen.

Tekenen van metaalmoeheid

Uit het onderzoek blijkt ook dat de bouten waarmee de kiel was bevestigd aan de Capella, tekenen van metaalmoeheid vertoonden. En dat die kiel, die in 2001 werd vervangen, al beschadigd was vooraleer de ramp gebeurde.

De FOSO raadt in zijn eindrapport dan ook aan ‘dat de inspecteurs van de dienst Pleziervaart booteigenaars in de toekomst expliciet zouden wijzen op de noodzaak om de kiel regelmatig zorgvuldig te inspecteren. “Dit om eventuele beschadigingen op te merken voor er ongevallen gebeuren. Want wanneer de kiel de bodem van de zee raakt, kunnen de bouten die de kiel op zijn plaats houden, verzwakken. Op langere termijn kan metaalmoeheid optreden en kunnen de bouten afbreken.” Dat is wat wellicht gebeurd is bij de Capella.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER