Videospeler inladen...

Regering zet in op groene Noordzeestroom: dubbel zoveel windmolens op zee

Er komen nieuwe windmolens in de Noordzee voor de Belgische kust. Dat heeft de ministerraad vanochtend beslist. Nu is er voor de kust van Zeebrugge al een windmolenzone van 225 km². Vanaf 2020 komt er nog eens zoveel bij, iets verder in zee, en niet zichtbaar vanaf de kustlijn. Nieuw is dat er een openbare aanbesteding komt, om de windmolenparken te kunnen bouwen zonder subsidies.

In de windmolenzone voor de kust van Zeebrugge staan nu al zo’n 230 windmolens. Ze staan netjes achter elkaar op een strook tegen de Nederlandse grens, op de Thorntonbank (foto boven), de Lodewijkbank en de Bligh Bank. Tegen 2020 moet die zone vol staan, met maximaal 433 windmolens, verspreid over negen parken.

We gaan met de nieuwe windmolens waarschijnlijk één kerncentrale kunnen vervangen.

Philippe De Backer, staatssecretaris voor de Noordzee (Open VLD)

Na 2020 komen er nog eens zoveel bij, zegt staatssecretaris voor de Noordzee Philippe De Backer (Open VLD), een zone van 221 km²: “We gaan voor een verdubbeling van de capaciteit, en op die manier gaan we waarschijnlijk één kerncentrale, die tegen 2025 allemaal gesloten moeten zijn, kunnen vervangen.”

De nieuwe molens komen westelijker: ze reiken tot aan de Franse grens. Ze liggen op de zone Noordhinder Noord en Zuid en op de Fairybank. “Verder weg in de zee, ongeveer op 35 tot 40 km, en ze zijn niet belastend voor het zicht van mensen vanuit de kustlijn",zegt De Backer.

Stroom voor helft Belgische huishoudens

In totaal zullen de nieuwe windmolens samen met de bestaande en geplande molens voor 4 gigawatt aan (groene Noordzee)stroom zorgen. Dat is volgens de sector zowat de helft van wat de Belgische huishoudens nodig hebben. En bedoeling is om de nieuwe windmolens te bouwen zonder subsidies.

We streven naar windmolenparken zonder subsidie, zoals in Nederland en Duitsland. 

Philippe De Backer, Staatssecretaris voor Noordzee (Open VLD)

“We gaan voor een volledig nieuw systeem in vergelijking met vroeger,” zegt De Backer. “We gaan een openbare aanbesteding doen, dus we gaan aan de markt vragen wie in staat is die windmolenparken te bouwen, tegen de beste prijs. Op die manier gaan we ook richting wat er in Nederland en Duitsland mogelijk is, namelijk windmolenparken zonder subsidie, dat is de bedoeling, daar streven we naar.”

Rondpunten in zee

Onze Noordzee is met zo’n 3.500 vierkante kilometer klein en tegelijk is het een van de drukst bevaren scheepvaartroutes ter wereld. Met de nieuwe windmolens erbij wordt het nog drukker. “Maar ze zullen niet in de weg staan", zegt De Backer.

"Voor de huidige windparken hebben we al een nieuw systeem voorzien, een soort van rondpunt voor schepen, zodat alles veilig blijft, want ook veiligheid is belangrijk in dit Marien Ruimtelijk Plan."

Een kink in de kabel?

De regering zou de nieuwe parken tegen 2025 willen hebben. Bouwtechnisch kan dat.  Ook de veiling van de concessies moet tijdig rond kunnen raken. Maar er zit nog één kink in de kabel: we moeten de stroom van de offshoreparken namelijk nog naar het binnenland krijgen.

Want in de kustgemeenten van de westhoek liggen niet genoeg verbindingen om de massale nieuwe groene offshorestroom  dieper het land in te brengen. Volgens hoogspanningsnetbeheerder Elia kan dat alleen door een nieuwe lijn te aan te leggen. En dat kost tijd. Mogelijk meer dan de 7 jaar waarop De Backer nu hoopt, zo tonen recente voorbeelden aan.

Tien jaar voor een hoogspanningslijn

Bij de huidige offshoreparken aan de Oostkust stelde zich namelijk hetzelfde probleem. Ook daar raakte de groene stroom niet naar het binnenland.  Elia moest er een nieuwe lijn bouwen, het zogenaamde Stevin-project:  een supermoderne hoogspanningslijn die vanuit Zeebrugge de stroom van de offshoreparken naar het binnenland transporteert.  De lijn is klaar. Het eerste park Rentel zal er over een paar weken op aansluiten.

Maar het duurde wel 10 jaar eer de Stevinlijn rond was: 2,5 jaar om ze te bouwen,  7,5 jaar om de vergunningen te pakken te krijgen. Dat vergunningentraject blijkt telkens opnieuw de struikelsteen:  grote infrastructuurprojecten verzanden vaak in oeverloze procedureslagen met actiecomités die liefst niet te veel bouwactiviteiten in hun achtertuin zien.

De hoogspanningslijn bouwen kostte 10 jaar: 2,5 jaar om ze aan te leggen, 7,5 jaar voor de vergunningen

Aan de Westkust zal dus een nieuw" Stevinproject" nodig zijn. Maar er is geen enkele garantie dat ook aan daar geen actiecomités zullen opstaan. Waardoor de bouw van de nieuwe lijn mogelijk ook tien jaar kan aanslepen. Dan zijn we 2028.  Niet 2025. 3 jaar na de kernuitstap. Zonder windturbines aan de Westkust. Want de uitbaters van de windmolenparken zullen geen enkele turbine op zee uitrollen voor ze zeker zijn dat ze hun stroom kwijt kunnen. Staatssectaris De Backer weet dat. Hij wil dan ook zo snel mogelijk alle betrokkenen rond de tafel krijgen. Zodat de groene offshorestroom van de Westkust zo snel mogelijk tot bij onze stopcontacten thuis raakt.

Herbeluister het gesprek met staatssecretaris De Backer in "De ochtend" op Radio 1:  

Meest gelezen