Kwart minderjarigen die crisishulp nodig hebben krijgt die niet
Voor meer dan een kwart van de minderjarigen die crisishulp nodig hadden, was er geen aanbod beschikbaar. Dat stelt het Rekenhof vast. Minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) belooft snel 250 extra hulpverleners.
In de onderzochte periode (juli 2015 tot juni 2016) hadden 4.377 minderjarigen een snelle opvang, begeleiding of een interventie nodig. Daarbij bleef 28,5 procent van de hulpvragen onbeantwoord. Het aantal minderjarigen die een crisismodule nodig hebben, nam in de onderzochte periode kwartaal na kwartaal toe. In Vlaams-Brabant bleef de helft van de minderjarigen verstoken van de nodige hulp.
De belangrijkste oorzaak is de stijging van het totaal aantal aangemelde minderjarigen. Vooral als er sprake is van conflictsituaties blijkt het moeilijk de jongere te helpen. Ook zijn er aanwijzingen dat minderjarigen die kampen met psychische problemen, een handicap of een ontwikkelingsstoornis minder kans maken op de effectieve inzet van crisismodules.
"Grote crisis"
"De crisishulp zit in een grote crisis", zegt Vlaams Parlementslid Elke Van den Brandt (Groen). Ze pleit voor een masterplan voor de jeugdhulp, gekoppeld aan capaciteitsuitbreiding. Ook haar sp.a-collega Freya Van den Bossche wijst welzijnsminister Jo Vandeurzen (CD&V) op zijn verantwoordelijkheid.
Vandeurzen kondigde aan dat hij snel 250 extra jeugdhulpverleners wil inzetten om gezinnen, kinderen en jongeren te helpen. Die zouden samen zo'n 3.000 extra gezinnen kunnen begeleiden. "Bedoeling is dat de zorg en de hulp binnen een maand gestart kunnen worden", legt Vandeurzen uit.
Bovendien trekt hij 3 miljoen euro uit om zorggarantie te bieden aan alle kinderen tot drie jaar die tijdelijk niet in hun omgeving kunnen verblijven.
Lees ook
Geselecteerd door de redactie
