Moustapha Benhattal werd in de nacht van 17 op 18 juni opgepakt, samen met Jawad Benhattal (29) en Samir Chahjouani (27). Terrorismespeurders van de federale gerechtelijke politie vielen toen binnen op veertig adressen in en rond Brussel, maar ook in Ninove, Fleurus, Tubize en Luik.

De drie zouden het in afgeluisterde gesprekken gehad hebben over aanslagen die ze tijdens het weekend van 18 en 19 juni wilden plegen. Daarbij zou het onder meer de bedoeling geweest zijn om een aanslag te plegen tijdens de match van de Rode Duivels in Brussel zaterdagnamiddag, op het fandorp op het Rogierplein. Ook de Louizalaan zou een mogelijk doelwit geweest zijn. Bij de huiszoekingen konden de speurders echter geen wapens of explosieven aantreffen, hoewel er ook 152 garageboxen doorzocht worden.

Volgens de verdediging van de drie verdachten berust het hele onderzoek op foute interpretaties en misverstanden en is er nooit enig plan voor een aanslag geweest. Maar de raadkamer dacht daar dus anders over.

Onderduikadres Salah

Ook de voorlopige hechtenis van Abid Aberkan (35) en Abdoullah Courkzine (31), twee verdachten in het onderzoek naar de aanslagen in Parijs, wordt met twee maanden verlengd. Dat besliste de Brusselse raadkamer donderdag, meldt het federaal parket.

Aberkan wordt ervan verdacht dat hij Salah Abdeslam, de enige overlevende van het commando dat de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs pleegde, hielp onderduiken. Het is in de woning van Aberkans moeder dat Salah Abdeslam op 18 maart werd aangetroffen.

Courkzine zit al sinds 22 december 2015 in de cel. Hij zou vlak na de aanslagen contact gehad hebben met Hasna Ait Boulahcen, de Française die haar neef Abdelhamid Abaaoud, de vermoedelijke coördinator van de aanslagen van 13 november, zou geholpen hebben onder te duiken. Ze kwam samen met Abaaoud om toen de politie hun schuiladres in het Parijse Saint-Denis bestormde.