Alleenstaande moeder geeft in haar huis transitmigranten een bed en wat te eten: “Ik wil zo weinig mogelijk weten over de plannen van mijn gasten”

© David Van Hecke

Ook in het Gentse bieden burgers bijna iedere nacht onderdak aan vluchtelingen. Het zijn gewone mensen die het een schande vinden dat ons land vluchtelingen onder de blote hemel doet overnachten. Anima Eliano (36), een alleenstaande mama uit Merelbeke, is een van hen. “De eerste keer had ik uit voorzorg al mijn waardevolle spullen verstopt. Maar al na een half uur was mijn angst weg. Nu vertrek ik ’s morgens met een gerust hart naar mijn werk terwijl mijn gasten uitslapen.”

Geert Neyt

Sinds enkele maanden rijden bijna iedere avond vrijwilligers van het Burgerplatform voor Overnachtingen naar het Maximiliaanpark in Brussel. Daar verzamelen vluchtelingen die, na een barre tocht uit een land ver weg, nood hebben aan een bed voor de nacht en een kopje troost. Iedere keer weer vergt het organisatie­talent om voor een driehonderdtal mensen onderdak te vinden. De meeste vluchtelingen vinden een bed in Brussel en Wallonië maar sommigen belanden ook in Gent.

“De Gentse afdeling van het Burgerplatform telt nu 463 sympathisanten”, zegt Anima Eliano. “Bij een dertigtal van hen kunnen de transitmigranten terecht voor de nacht. Dat mag best wat meer zijn, want de vraag naar bedden is groter dan het aanbod. Het is zo pijnlijk als we om 2 uur ’s nachts de zoektocht naar opvang moeten staken en vijftig vluchtelingen de donkere nacht in moeten sturen.”

Een bed en wifi

Anima Eliano is een van actievere leden van de Gentse groep. Sinds oudejaar heeft zij al een dertigtal vluchtelingen opgevangen voor een of twee nachten, sommigen al verschillende keren.

“Ik rijd enkele keren per maand naar Brussel. Meestal breng ik dan een auto vol gasten mee. Een of twee slapen bij mij, de anderen zet ik af bij andere opvanggezinnen in het Gentse. Bijna altijd zijn het jonge mannen tussen 17 en 35 jaar die de tocht vanuit Soedan, Ethiopië of Eritrea hebben gemaakt.”

Anima Eliano heeft door haar baan bij het Gentse OCMW veel ervaring met kwetsbare mensen. Maar als alleenstaande moeder met een kind van zes vreemde mannen bij je thuis laten overnachten, is toch nog iets anders.

“Vrienden verklaarden me zot. Je hele huis zal worden leeggeroofd, zeiden ze. Ik geef toe dat ik de eerste keer super zenuwachtig was. Ik had al het geld in huis snel op de bank gezet en mijn waardevolle spullen verstopt. Maar al na een half uur met mijn twee gasten wist ik dat die angst nergens voor nodig was. Het waren heel lieve en empathische kerels. Bijna altijd zijn het beleefde jongens. Ze wassen af en soms koken ze een maaltijd voor ons.”

“Mijn zoontje had het in het begin lastig omdat hij mijn aandacht niet meer exclusief had. Maar ze zijn allemaal dol op hem.”

“Ze vragen ook niet veel: enkel een bed en wifi om naar hun familie te kunnen bellen. Ze slapen meestal een gat in de dag. Ik ben dan vaak al naar het werk maar trek met een gerust hart de deur achter me dicht. Na een of twee nachten worden ze weer afgezet in Brussel.”

Anima Eliano’s verontwaardiging was altijd al groter dan haar angst. “Zoals zo veel mensen was ik getroffen door de onmenselijke situatie van honderden vluchtelingen en soms zelfs kinderen die de nacht moeten doorbrengen op straat. Ik kon niet lijdzaam blijven toekijken. Al lang wou ik terug naar de kern: meer doen dan aanklagen en zelf actie ondernemen.”

“Geen criminele activiteit”

De transitmigranten vragen geen asiel aan in België omdat het hun bedoeling is door te reizen naar Groot-Brittannië. “Britain is een magisch woord voor hen. Ze spreken ook een mondje Engels en hebben daar vaak verwanten.”

Anima Eliano heeft geen schrik dat haar actie zal worden geïnterpreteerd als deelname aan illegale activiteiten. “Sommige politici laten uitschijnen dat wij meewerken aan mensensmokkel. Dat is larie. Juridisch kan men ons niks maken.”

“Ik wil overigens ook niet weten wat de plannen van mijn gasten zijn als ze bij mij vertrekken. Ik hoor hen niet uit, dat vind ik onkies. Ik laat hen zo veel mogelijk met rust, zodat ze even op adem kunnen komen.”

“Ik bied die mensen een bed aan en wat eten. Meer niet. Dat is geen criminele activiteit maar het lenigen van een humanitaire nood. Ik wil neutraal blijven maar als je die gezichten eenmaal hebt gezien, is dat moeilijk ”