Inwoners en bezoekers een minder bekend stukje van de stad laten ontdekken door er tijdelijk een café te richten: dat is al sinds 2015 het fel gesmaakte concept van Urb Egg, het pop-upcafé van de Triënnale. Maar dit jaar krijgt het initiatief heel wat minder bijval, want nadat het café al eens werd doorgestuurd wegens buurtprotest — de bewoners van de Coupure vreesden overlast — is ook het Jan Van Eyckplein in het verweer gegaan. De organisatie wil het café inrichten in de tuin van de Poortersloge, vlak naast de terrassen op het plein. Maar dat leidt volgens de uitbaters tot oneerlijke concurrentie. “En voor overlast”, zegt Ruben Devisscher van hotel Biskajer. “Zoals geluidshinder en afval, maar ook verkeersproblemen. Het café zal heel wat extra bezoekers lokken, terwijl de parkeerdruk hier al zo groot is.”

En dus gingen horecazaken en buurtbewoners enkele weken geleden in beroep tegen de vergunning. “Op 16 april kregen we bericht van de provincie dat ons beroep behandeld zou worden en dat een beslissing te verwachten was tegen 14 juni”, zegt Devisscher. Een probleem voor de stad, want het café moet klaar zijn voor de start van de Triënnale op 5 mei. Maar vergunning of niet, de werken gingen van start. “Is, op een dikke week tijd, ons beroep afgewezen en de vergunning goedgekeurd? Ik zou dat vreemd vinden, en wij zijn er in ieder geval niet van op de hoogte gebracht.”

"Bouwovertreding"

Volgens N-VA-gemeenteraadslid Martine Bruggeman is de stad haar boekje te buiten gegaan. “Als de stad begint te bouwen zonder vergunning, begaat ze een bouwovertreding. Begrijp ons niet verkeerd: ook wij zijn voorstander van de Triënnale. Maar ook de stad moet zich aan de procedures houden”, zegt ze.

Maar volgens het stadsbestuur is er geen sprake van een bouwovertreding. “Alle nodige vergunningen zijn wel degelijk binnen. N-VA zoekt spijkers op laag water”, zegt burgemeester Renaat Landuyt (SP.A), die het protest van de horeca-uitbaters betreurt. “Door de Triënnale zullen veel bezoekers naar het Jan Van Eyckplein trekken, naar álle terrassen.”