Direct naar artikelinhoud
Opvoeding

Deze psycholoog verklaart gedrag van kinderen vanuit de evolutie: "We creëren zelf onze huilbaby's"

Deze psycholoog verklaart gedrag van kinderen vanuit de evolutie: "We creëren zelf onze huilbaby's"
Beeld Thinkstock

Van huilbaby’s via late volwassenwording naar tienerzwangerschap: ontwikkelingspsycholoog Annemie Ploeger verklaart kinderkwesties vanuit de evolutie. Dat is niet onomstreden. "Er zal steeds meer aandacht komen voor de nadelige kant van laat ouderschap."

Als ontwikkelingspsycholoog heb je een beetje voorkennis, als je moeder wordt. Zou je denken. Maar toen ze zwanger was van haar eerste kind, besefte Annemie Ploeger, evolutionair ontwikkelingspsycholoog aan de Universiteit van Amsterdam, vooral hoeveel ze níét wist. Is een zuigeling gebaat bij een aparte babykamer? En kunnen we de leeftijd waarop we kinderen krijgen straffeloos oprekken? Klopt het dat de jeugd steeds langer duurt? In haar boek De evolutie van een kind kijkt Ploeger naar de ontwikkeling van een kind vanuit evolutionair perspectief.

Op welke vragen kreeg u geen antwoord vanuit de traditionele wetenschap?

Annemie Ploeger: “De opvoedingsadviezen zijn zó tegenstrijdig. Er is veel voor te zeggen om je kinderen zo veel mogelijk te stimuleren. Liefst de hele dag door. Zodra hun aandacht verslapt, moet je wat anders met hen doen. Op die manier lijk je hun ontwikkeling te kunnen versnellen. Maar dat betekent heel veel druk voor een kind. Is dat nu waarvoor we geboren worden?

“Ik neig meer naar de opvatting – vooral populair bij biologen – dat de ontwikkeling van een kind zichzelf ontvouwt, dat je als ouder eerder moet oppassen niet te veel in de weg te staan. Maar er is geen bewijs dat het een beter is dan het ander. Daarom ging ik op zoek naar een ander perspectief.”

Evolutionair psycholoog Annemie Ploeger.Beeld v

Wat is het evolutionaire perspectief precies?

“Wij proberen het gedrag van mensen te begrijpen door te bestuderen hoe onze evolutie heeft plaatsgevonden. We leven als mensheid nog maar heel kort zoals nu, in steden, met auto’s, met computers en mobiele telefoons. Op deze manier van denken is kritiek omdat het moeilijk is precies vast te stellen hoe de omgeving van onze verre voorouders eruitzag.

“Daarnaast willen we als onderzoekers graag experimenten doen en dat is lastig als het over onze evolutie gaat. Toch vind ik het een interessante manier van denken. Onze breinstructuur is de afgelopen 100.000 jaar niet veranderd en is feitelijk toegerust op de omstandigheden van die tijd: een samenleving van jagers en verzamelaars in een savanne-achtig landschap met een hoge kindersterfte. Daaruit kun je van alles afleiden, bijvoorbeeld waarom baby’s vaak huilen.”

'De baby voelt zich onveilig in zijn aparte bedje in zijn aparte kamer, en dus zet het kind het op een krijsen'
Annemie Ploeger, psycholoog

U bedoelt dat we baby’s niet in hun eentje te slapen moeten leggen?

“Ik ben ervan overtuigd geraakt dat we huilbaby’s creëren met aparte bedjes in aparte kamers, ja. De baby voelt zich onveilig in zijn eentje, ook al leven we niet meer in een savanne waar een zuigeling een makkelijke prooi is. Het babybrein reageert alsof dat risico er wel is en dus zet het kind het op een krijsen. Niet allemaal natuurlijk. Het ene kind is het andere niet, maar in samenlevingen waar kinderen veel gedragen worden, kennen ze minder huilbaby’s.’

Is dat bewezen?

“In de jaren 90 kampte Colombia met een groot tekort aan couveuses. Om te vroeg geboren kinderen warm te houden, kregen moeders het advies het kind zo dicht mogelijk op de huid te dragen en af te dekken met een draagdoek. De kinderen die met deze ‘kangoeroemethode’ werden behandeld, bleken jaren later zowel fysiek als psychisch vele malen beter af dan couveusekinderen.”

Samen met je baby in één bed slapen is niet zonder risico’s.

“Dat klopt. In de winter als je onder een dik dekbed ligt, kan dat riskant zijn. Of als de ouders alcohol hebben gedronken. Maar je kunt de wieg ook bij je op de kamer zetten. Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling is die nabijheid heel belangrijk. Het onderzoek naar cosleeping is onlangs gebundeld en uit dat overzicht bleek dat cosleeping tot minder huilbaby’s leidt, minder wiegendood en meer welbevinden op termijn.”

De verklaringen van de evolutionaire psychologie klinken vaak aannemelijk, maar jullie kunnen nooit hard bewijs leveren, bijvoorbeeld dat een peuterpuberteit evolutionaire voordelen heeft.

“Je kunt de evolutie van de mens niet in experimenten toetsen. Daarom is er veel kritiek. We kunnen wel een heel raamwerk rond onze hypothesen opzetten met behulp van genetica, vergelijkingen met andere primaten, fossiele vondsten, breinonderzoek en vergelijkingen met hoe het eraan toegaat in de jager-verzamelaarsamenlevingen die er nog bestaan. Daarmee doorstaan we regelmatig de toets der kritiek. Er staan geregeld evolutionair-psychologische studies in hoogstaande wetenschapsbladen.”

Vanuit evolutionair perspectief is de mens uit op overleving en de voortplanting van de eigen genen. Hoe kan het dan dat we alsmaar later kinderen krijgen?

“Dat is een mooi voorbeeld van hoe nooit alleen de genen, het brein of de omstandigheden dicteren hoe iets zich ontwikkelt. Het gaat altijd om een samenspel van al die factoren. We hebben als mens zeker de drive om onze genen door te geven, maar we vinden zo veel andere dingen belangrijk in het leven. En dan kan ons brein primitieve driften, zoals een kinderwens, afremmen of zelfs overrulen.

“Dat gebeurt in de prefrontale cortex, een relatief jong hersengebied dat bij andere diersoorten veel minder sterk ontwikkeld is. Los daarvan hoeven we, nu de kindersterfte is teruggebracht, minder kinderen te krijgen om als soort te overleven.”

'Waar we ons te weinig bewust van zijn, is dat kinderen van oudere vaders ook een verhoogd risico hebben op mentale aandoeningen'
Annemie Ploeger

U waarschuwt voor het te lang uitstellen van het krijgen van kinderen.

“Ja. We weten dat de kans toeneemt op een kind met het syndroom van Down als de moeder wat ouder is. Waar we ons te weinig bewust van zijn, is dat kinderen van oudere vaders ook een verhoogd risico hebben op mentale aandoeningen. De kwaliteit van het sperma van de man neemt af met de jaren. Daarmee neemt het risico toe dat hij kleine foutjes doorgeeft aan de volgende generatie. Denk aan ADHD, autisme, bipolaire stoornis, schizofrenie en mentale retardatie. Dat laatste betekent dat kinderen een lager opleidingsniveau bereiken dan hun ouders. Ik verwacht een kentering. Er zal steeds meer aandacht komen voor deze nadelige kant van laat ouderschap.”

Het zou gaan om kleine risico’s. De studies wijzen bovendien niet allemaal dezelfde kant op.

“De risico’s voor elke aandoening afzonderlijk zijn klein. Maar als je alles bij elkaar optelt, is het risico dat je kind een van die aandoeningen ontwikkelt wel degelijk aanwezig.”

U hebt ook een evolutionaire verklaring voor het hardnekkige verschijnsel van tienerzwangerschappen.

“Een belangrijke factor bij het timen van de eerste zwangerschap hangt af van je levensverwachting. In een onveilige omgeving, waar je het risico loopt eerder te overlijden, zal je onbewust meer haast maken met de voortplanting. Uitstel van de kinderwens zie je vooral in een veilige omgeving: de studentenwereld is een typisch voorbeeld. Uitstel loont als je studeert, want dan kun je later meer in je nageslacht investeren.

“De Britse premier Tony Blair heeft enorme campagnes op touw gezet om het aantal tienerzwangerschappen terug te dringen. Dat heeft vrijwel niet geholpen. Voorlichting helpt niet. Want het is geen kwestie van domme, losse seks en oeps een ongelukje. Het is puur de omgeving en de levensverwachting.”

'In zijn algemeenheid zie je dat hoe langer een soort leeft, hoe meer tijd er is om in jezelf te investeren en hoe langer de jeugd duurt'
Annemie Ploeger

Duurt het steeds langer voordat we volwassen worden?

“Ja. Er moet veel geleerd worden om te functioneren in deze complexe maatschappij. In zijn algemeenheid zie je dat hoe langer een soort leeft, hoe meer tijd er is om in jezelf te investeren en hoe langer de jeugd duurt. In Britse studies hebben ze dat op buurtniveau terug kunnen vinden. Hoe veiliger de buurt, hoe hoger de levensverwachting, des te langer kinderen thuis blijven wonen.”

De tijd dat een baby zich ontwikkelt tot peuter blijft wel gelijk. Hoe kan dat?

“Ik denk omdat de overgangen van baby naar peuter en van peuter naar kleuter erg genetisch zijn gestuurd. Dat proces ontvouwt zich, daarvoor kun je niet kiezen. Pas op het moment dat er wat te kiezen valt, krijg je oprekmomenten: Ga ik het huis uit? Wil ik al moeder worden?”

Waarom gaan opvoedingsboeken altijd over de babytijd, de peutertijd en de puberteit? Over de periode van 4 tot 10 jaar hoor je vrijwel niets.

“Vanaf hun vierde ontwikkelen kinderen inlevingsvermogen: theory of mind, noemen we dat. Vanaf die leeftijd beginnen kinderen over de hele wereld in alle culturen te beseffen dat de gevoelens en de ideeën van anderen verschillen van die van jezelf. Ze begrijpen dat een ander pijn lijdt als je ze bijt. Dat de ander verdriet heeft als je zijn speelgoed afpakt. Dat inzicht maakt kinderen een stuk handelbaarder.

“Ondertussen rijpt hun prefrontale cortex: ze kunnen begrijpen dat iets nu niet mag, maar straks wel. Dat betekent het einde van veel driftbuien. Er kunnen zich nog steeds problemen voordoen met je kind in de basisschoolleeftijd: dat het moeite heeft om vriendjes te maken of dat het dyslexie heeft. Maar dat zijn individuele problemen.”

'Het is een misverstand dat er altijd een genetische verandering nodig is om ons gedrag te wijzigen. Een veranderende omgeving kan zomaar tot een hele snelle switch leiden'
Annemie Ploeger

Waarom hebben wij grootouders terwijl de meeste soorten het zonder moeten stellen?

“Het is wel wonderlijk dat vrouwen op een gegeven moment niet meer vruchtbaar zijn. Als bij chimpansees de oestrogenen naar het nulpunt dalen, sterven ze. Want waarom zou je, vanuit evolutionair standpunt, individuen laten voortleven die niet meer aan voortplanting doen? Er zijn aanwijzingen dat grootmoeders een belangrijke bijdrage leverden aan de voedselvoorziening in sommige traditionele samenlevingen. Dat kwam de reproductie van hun dochters ten goede.”

Werden vrouwen in de steentijd wel oud genoeg om oma te worden?

‘Ja, het is een misverstand dat mensen vroeger niet oud werden. De gemiddelde levensverwachting was laag, nog geen 45 jaar. Maar dat kwam vooral door de hoge kindersterfte. Zodra je de volwassenheid had bereikt, had je ook toen de kans om echt oud te worden: 70 of 80.’

Als er evolutionaire ontwikkelingen nodig zijn voor verandering, zal de rolverdeling tussen mannen en vrouwen nog wel even zo blijven.

“Het is een misverstand dat er altijd een genetische verandering nodig is om ons gedrag te wijzigen. Natuurlijk is in de babytijd vooral de vrouw aan zet. Zij draagt het kind, zij geeft het de borst. Maar een kleine verandering in de omstandigheden kan tot grote veranderingen leiden. In stammen waar gezinnen samen op jacht gaan, met netten, zie je dat vooral de man het kind draagt. Onze economie evolueert ook: van een agrarische, industriële naar een diensteneconomie. Een dienstenmaatschappij geeft vrouwen veel meer mogelijkheden om aan de bak te komen. Een veranderende omgeving kan zomaar tot een hele snelle switch leiden.”

Annemie Ploeger, De evolutie van een kind – Hoe elke ontwikkelingsfase een functie heeft, Uitgeverij Nieuwezijds, 256 p., 22,95 euro.