Direct naar artikelinhoud
Concertrecensie

Trixie Whitley in de Botanique: Nieuwe demonen, vers exorcisme

Trixie Whitley in zwart leer: elegant en stoer, dreigend en verleidelijk.Beeld Koen Keppens

Trixie Whitley nodigde het publiek van Les Nuits Botanique uit om een reis te maken doorheen haar gloednieuwe, onuitgegeven werk. De uitgebeende demoversies die ze speelde, gaven nog niet alles prijs.

Ze zag eruit als een cyberpunkpersonage uit een ninetiesmanga: zwart leer, elegant en stoer, dreigend en verleidelijk. Dat retrofuturistische newwave imago paste bij de zoemende Korg waarmee ze haar soloconcert opende, een synth die een dreinende, rudimentaire elektrogroove uitbraakte terwijl de zangeres zich waagde aan Qawwali-achtige zangmotiefjes. Je dacht aan Jeff Buckley en aan diens idool Nusrat Fateh Ali Khan. Het oudje ‘Pieces’ ramde ze in elkaar op de elektrische gitaar, ‘Oh The Joy’ liet ze prachtig verdampen aan de vleugelpiano.

Bij één trashy bluesrocknummer was de PJ Harvey van 'Is This Desire' niet veraf.

Tijd voor nieuw werk dan. Whitley lachte nerveus toen een boezemvriendin op de eerste rij haar aanmoedigde. In het najaar verschijnt haar derde plaat, waarvoor ze de hulp kreeg van Little Shalimar, één van de producers achter hiphopduo Run The Jewels. In Brussel verklapte ze dat ze voor de nieuwe nummers vertrok vanuit ritme in plaats vanuit de melodie. Het verklaarde de hoekige, op stug voortsjokkende riffs gebaseerde nieuwelingen. 

Whitley is hoorbaar in de weer geweest met synths en drumcomputers.Beeld Koen Keppens

We hoorden een trashy bluesrocknummer dat werd voortgetrokken door een krukkige ritmetrack. De PJ Harvey van Is This Desire was niet veraf. Whitley’s manische groove en de energie van de song werkten aanstekelijk. De melodie prikkelde dan weer minder.

Kleuterpunk

Industriële blues volgde, ergens tussen grungy gitaarrock en een Nine Inch Nails-demo. De Gentse New Yorkse is hoorbaar in de weer geweest met synths en drumcomputers. Zoals de Casiotone, een keyboardje dat ze ooit cadeau kreeg toen ze vijf jaar geleden naar de Big Apple verhuisde. 

Het werd het favoriete instrument van haar driejarige dochtertje, zo vertelde ze, dat er prompt een lievelingsritme op ontdekte: een bits elektropunkritme dat Whitley gebruikte als basis voor een gloednieuwe song die ze in de Botanique aan haar spruit opdroeg. “She kneels down / she knows how to play it”, klonk het en wij moesten achtereenvolgens denken aan Devo en The Cramps.

‘Fishing for Stars’, het eerste liedje dat ze na haar bevalling schreef, lonkte al wat meer naar haar oudere werk.

Ook ‘Touch’ was gloednieuw: een tot op het bot gestripte synth-ballade waarbij wij ons een hiphopritme inbeeldden. Zou de in de herfst te verschijnen albumversie erg funky zijn? Whitley croonde er krols, met de giftige uithalen van een Diamanda Galas. ‘Fishing for Stars’, het eerste liedje dat ze na haar bevalling schreef, lonkte al wat meer naar haar oudere werk. De elektrische gitaar galmde dramatisch door de rotonde en Whitley disselde charmant-naïeve fantasieën op: “I read a postcard / it said let’s live to be alive”.

Kronkelpad

‘To Dare Imagining’  leende zijn titel bij een gelijknamig boek over Koerdische verzetsstrijders, dat Whitley van collega-muzikant Marc Ribot kreeg. Een schijnbaar dwarse akkoordenprogressie muteerde er tot een popsong. Ze moest er nog wat zoeken op de gitaar - zo’n nieuwe, behoorlijk complexe song krijg je niet één-twee-drie onder de knie - maar ze ontwapende met haar geïnspireerde gitaarspel dat ons ook nu weer aan het solowerk van Chris Cornell deed denken (‘Seasons’ iemand?). Toch ook iemand die met elektrische blues zijn uitgehongerde demonen kon verpulveren.

Dat ze het potentieel heeft om de beste popzangeres van haar generatie te worden, demonstreerde ze met een verkillend ‘Breathe You In My Dreams’, aan de vleugel.Beeld Koen Keppens

Tja, het lijkt erop dat Trixie Whitley de meest lucratieve weg links laat liggen. De nieuwe songs doen weerbarstig aan, ongemakkelijk in het vel zittend ook. Knapperig radiovoer zat er niet bij maar het zou oneerlijk zijn zoiets van deze wonderlijke, eigengereide singer-songwriter te verwachten. Trixie forceert haar eigen route, over met dikke takken bezaaide kronkelpaden, dwars door behekste wouden, ver weg van de yellow brick road naar instant succes. 

Knapperig radiovoer zat er niet bij, maar het zou oneerlijk zijn zoiets van deze wonderlijke, eigengereide singer-songwriter te verwachten.

Dat ze het potentieel heeft om de beste popzangeres van haar generatie te worden, demonstreerde ze aan het einde van de show, haast achteloos, met een verkillend ‘Breathe You In My Dreams’, aan de vleugel. ‘Soft Spoken Words’, die andere meesterlijke gospelsong van haar, wuifde ons uit.

Wordt het derde album het moeilijkste uit haar oeuvre? Hoe fel bedriegt de schijn die ze in de Botanique ophing? Toonde ze nog lang niet het achterste van haar tong? U en ik zullen geduld moeten hebben. Het is weer eens wat anders.

Gezien op 5/5 in de Botanique, Brussel