Direct naar artikelinhoud
Opinie

Misschien moet één van ons spreken als Lumumba!

Paul Beloy.Beeld rv

Paul Beloy is oud-voetballer en gewezen community manager van voetbalclub Beerschot. Hij is nu vervolgcoach Anderstalige Nieuwkomers in het Atheneum van Hoboken en is ook bestuurslid van DEMOS, kenniscentrum voor participatie en democratie.

1957. Ik word geboren in Léopoldville in Belgisch-Congo. Mijn vader, André Beloy, werkt er als verpleger en mijn moeder zorgt ervoor dat de kleuters van het dorp worden opgevangen als de ouders gaan werken.

1958. Mijn zus wordt geboren, ook in Léopoldville. Dat jaar is er ook de Wereldtentoonstelling in Brussel. Er wordt een inheems dorp met hutten in leem en stro gebouwd. Er is ook een meer dat enkele inlanders in prauwen eindeloos moeten overvaren, zichzelf begeleidend met ritmische gezangen. Sommige toeschouwers zijn zo vertederd dat ze - over de onvermijdelijk geachte omheiningen - bananen naar 'de negertjes' werpen.

Meer dan vijfhonderd Congolezen, zorgvuldig geselecteerd en allen évolués, komen over. (Évolué is geen abstract begrip, maar een eretitel waaraan tal van privileges verbonden zijn. De aspirant-évolués hadden in het koloniale systeem moeten bewijzen dat zij de Belgische tafelmanieren, hygiënische voorschriften, dresscode en dies meer in de praktijk brachten.)

1960. Op 29 juni, op de vooravond van de plechtigheid van de onafhankelijkheidsverklaring, krijgt Patrice Lumumba, de eerste verkozen premier van Congo, de teksten van koning Boudewijn en toekomstig president Kasavubu te lezen. Hij ergert zich aan de paternalistische toon die koning Boudewijn aanslaat en aan de lakeienmentaliteit van Kasavubu. Hij besluit ’s anderendaags het protocol aan zijn laars te lappen en zelf ook een toespraak te houden. Nooit werd de confrontatie tussen onderdrukte en onderdrukker scherper geformuleerd. Nooit eerder heeft een Afrikaan tachtig jaar terreur, uitbuiting en vernedering zo krachtig samengevat.

Lumumba ergert zich aan de paternalistische toon die koning Boudewijn aanslaat en aan de lakeienmentaliteit van Kasavubu

1961. De Paters van Scheut zijn stomverbaasd over de capaciteiten van André Beloy en zorgen ervoor dat hij een studiebeurs krijgt in België, zodanig dat hij geneeskunde kan studeren in Leuven. André wil zijn kinderen meenemen, dus worden wij door de paters afgezet in een tehuis in Mechelen. Terwijl onze papa studeert in Louvain-la-Neuve worden we opgevangen door twee schitterende vrouwen, 'mama' en 'tante' Min.

Telkens we in onze Mechelse voortuin spelen, komen de mensen kijken naar de twee zwarte kindjes uit Congo. “Weet je dat die kindjes hun vader nog in de bomen klom?" "Die mensen eten nog met hun handen, en wat zijn dat toch lieve schattige kinderen…", horen we de mensen fluisteren tegen hun eigen kinderen. Onze voortuin is net een van de paviljoenen van Expo '58.

Vakantiejob

1973. Ik ben zestien, mijn pleegmama’s zoeken een vakantiejob voor me. Onze ijscrèmeman rijdt tijdens de vakantiemaanden dagelijks rond in onze straten en ik mag op hun vraag bij hem gaan werken. Top, mijn eerste job, denk ik, tot dezelfde man één week later komt melden dat de collega’s het niet zien zitten om te werken met een zwarte! Mijn eerste confrontatie met de realiteit.

Top, mijn eerste job, denk ik, tot dezelfde man één week later komt melden dat de collega’s het niet zien zitten om te werken met een zwarte!

1977. Ik begin mijn voetbalcarrière bij KV Mechelen. Mijn zus gaat in Gent voor verpleegster studeren. Met veel enthousiasme gaat ze de uitdaging aan, alleen op kot in Gent. Na enkele weken komt ze teleurgesteld terug naar huis. “Ik kan in Gent geen kot huren", zegt ze. De mensen verhuren niet aan een zwarte en zéker niet aan een zwart meisje!

Ik trek mijn stoute schoenen aan en ga met haar mee op zoek naar een kot. Bij de eerste de beste verhuurder, waar ze de week voordien was doorgestuurd, bel ik aan. Ik zeg duidelijk: "Ik ben Beloy Beloy en zoek een kot voor mijn zus." Dezelfde man die vorige week tegen mijn zus zei dat ze niet kon huren, roept nu verbaasd: "Beloy Beloy, de voetballer van KV Mechelen?" "Ja, dat ben ik.” "Ha, meneer de voetballer, uw zus kan zonder problemen dit pand huren!"

Waar zijn de zwarte volksvertegenwoordigers?

2007. Een koppel weigert in Sint-Niklaas om hun huwelijk te laten afsluiten door Wouter Van Bellingen, schepen van Burgerlijke Stand (Spirit). Reden voor de weigering: de huidskleur van de bevoegde schepen. Van Bellingen is de eerste zwarte schepen in Vlaanderen.

2018. Nog steeds is er geen enkele zwarte vertegenwoordiger in het Vlaams Parlement. En dan is men stomverbaasd als men de commentaren leest in de verschillende rapporten!

2018. Nog steeds is er geen enkele zwarte vertegenwoordiger in het Vlaams Parlement

Zou het kunnen dat vele Vlamingen nog steeds dromen van de tijd dat zij óns tafelmanieren aanleerden? Sorry, maar deze tijd is voorbij. Nu staat er een generatie Afrikanen klaar om écht deel te nemen aan het maatschappelijk debat. Zij hebben niet kunnen studeren dankzij de blanken, zoals mijn vader, maar hun ouders hebben er zelf voor gezorgd dat hun kinderen de juiste opleidingen hebben kunnen volgen. Zij zijn klaar om zich op cultureel, sportief en politiek vlak te onderscheiden. Nu hopen dat zich dit ook vertaald op 14 oktober. Misschien moet een van ons eens rechtstaan en het woord nemen zoals Lumumba.