De eikenprocessierupsen zaten in Bree en Maaseik in groepjes op de bladeren, op de takken en er bleek al een processie rond te wandelen. Bovendien was de bladvraat vanaf de grond te zien.

Vanaf het einde van de tweede fase en het begin van de derde fase is de rups gevoelig voor de bacterie Bacillus thuringiensis. Daarom kan vanaf nu de preventieve behandeling met de bacterie, in de vorm van het bestrijdingsmiddel Foray 48B, gestart worden. De rupsen krijgen de bacterie tijdens het eten binnen.

Zoals de voorgaande jaren ondersteunt de provincie Limburg de gemeenten voor de aankoop van het bacteriepreparaat. “Daarvoor is 2.500 euro voor voorzien”, zegt gedeputeerde van Leefmilieu en Natuur Ludwig Vandenhove (sp.a). “Voorlopig is de hinder door de brandharen nog beperkt, bij de volgende vervelling zal dit veel meer zijn.”

Indien de bomen onder de juiste omstandigheden worden besproeid, zouden er geen of slechts enkele rupsen meer aanwezig mogen zijn. De vorige jaren bleven de rupsen gemiddeld twee tot drie weken in het derde larvaalstadium.