Direct naar artikelinhoud
The Dude!

De nietsnut heeft gewonnen: na 20 jaar is The Dude populairder dan ooit

Een collectie nep-Dudes tijdens een Lebowski Fest in New York.Beeld RV

Precies twintig jaar geleden kon The Big Lebowski critici en kijkers maar matig bekoren, maar sindsdien groeide de bizarre komedie uit tot een wereldwijde religie. Lebowski-priester Ewoud Ceulemans neemt u mee naar de wondere, stonede, luilekkere wereld van The Dude.

"The bums will always lose!”

Dat de nietsnutten altijd verliezen, klonk het twintig jaar geleden in The Big Lebowski. Maar die voorspelling zat ernaast: de nietsnut heeft gewonnen. The Dude, het hoofdpersonage van de film, is een wiet rokende, White Russians slurpende bowlinghippie, en is vandaag een voorbeeld voor miljoenen volgelingen wereldwijd. Jaarlijks komen ze samen op ‘Lebowski Fests’ over de hele wereld, en tussendoor verenigen ze zich in een groepering die de naam ‘Dudeism’ draagt. Volgens de website is het “de traagst groeiende religie ter wereld”. Maar wel een religie met 450.000 gewijde priesters. Steller dezes is daar, sinds een week of twee, een van.

'Na tien minuten in de zaal wist ik: dit is een van de grappigste films aller tijden'
Stijn MeurisFan

Een verwezenlijking valt dat nauwelijks te noemen – je moet online een formulier invullen, waarbij je plechtig belooft om je hele leven zo relaxed mogelijk te leiden, en twee minuten later zit je priestercertificaat in je mailbox, gratis en voor niets. Toch ben ik er trots op. Het voelt als het hoogtepunt van een dikke tien jaar Dude-devotie. “If you will it, it is no dream”, heeft The Big Lebowski me ooit geleerd.

Daarom neem ik de vrijheid om, mits dit eerbetoon, de leken in te wijden. The Big Lebowski, een film van No Country for Old Men-regisseurs Joel en Ethan Coen, speelt zich af in het Los Angeles van de vroege jaren 90 en draait rond Jeffrey Lebowski (Jeff Bridges), een werkloze nietsnut die zichzelf The Dude noemt. (“Of His Dudeness, of Duder, of El Duderino, als je niet van afkortingen houdt.”) Hij spendeert het gros van zijn tijd al bowlend met zijn twee maten, de agressieve Vietnam-veteraan en zelfverklaarde joodse filosoof Walter (John Goodman) en de vriendelijke maar ruggengraatloze Donny (Steve Buscemi).

Wanneer afpersers The Dude verwarren met een steenrijke naamgenoot (David Huddleston) en achterblijft met een ondergepist tapijt, komt hij terecht in een nodeloos ingewikkelde intrige, waarin ook een feministische kunstenares (Julianne Moore), een slijmerige butler (Philip Seymour Hoffman) en een trio Duitse nihilisten hun rol opeisen. Op een bepaald moment wordt er zelfs een afgehakte teen opgestuurd, met groene nagellak. “Een heel ingewikkelde zaak”, vat The Dude het zelf samen. “Lotta ins, lotta outs, lotta what-have-you’s.

We zouden het niet beter kunnen zeggen.

Nuchter en toch luidop lachen

De plot van The Big Lebowski is, kort gesteld, zó onbegrijpelijk dat het helpt om de film eerst te bekijken met een ingewijde. In het geval van uw dienaar was dat zijn oudere broer, iemand die er tijdens de week een doodgewoon leven op nahoudt, maar tijdens het weekend al eens rondloopt in exact hetzelfde bowlingshirt dat The Dude draagt in de laatste scènes van The Big Lebowski. Van toewijding gesproken.

Maar wie de film onbevangen bekijkt, blijft waarschijnlijk hoogst verward achter. Dat was alleszins zo toen The Big Lebowski twintig jaar geleden, op 6 maart 1998, voor het eerst te zien was. Een dik jaar eerder had Fargo, de vorige film van de Coens, twee Oscars weggekaapt, en na dat succes zagen veel critici The Big Lebowski als een teleurstelling. “Te slim voor zijn eigen goed”, oordeelde The San Francisco Chronicle. “Er zijn meer ideeën, meer wacko personages en plottwists dan de film kan dragen, en de film bezwijkt onvermijdelijk onder zijn eigen gewicht.” In The Los Angeles Times stond dan weer: “Wat je je herinnert en wat je fijn vindt aan deze film (als je hem al fijn vindt) is niet het bos, maar individuele bomen.”

Jeff 'The Dude' Bridges, John Goodman en Steve Buscemi op de bowlingbaan in 'The Big Lebowski'.Beeld Collection Christophel

The Dude zelf zou die recensies waarschijnlijk wegzetten met een achteloos “Well, that’s just like... your opinion, man”, maar ook het publiek moest weinig van The Big Lebowski weten. De film bracht in zijn openingsweekend maar vijf miljoen dollar op – Titanic, dat toen in zijn twaalfde week zat, haalde nog vlotjes de kaap van de twintig miljoen dollar. Met dik vijftien miljoen dollar aan totale bioscoopopbrengsten kwam The Big Lebowski maar net uit de kosten.

Maar er zijn uitzonderingen. Zanger Stijn Meuris zag de film destijds in de bioscoop en was meteen verkocht. “Na tien minuten wist ik: dit is een van de grappigste films aller tijden. Of zelfs een van de beste films aller tijden.” Ook Jonas Govaerts, regisseur van Welp en Tabula rasa, herinnert zich nog dat hij de film in de cinema zag. “Ik zat nuchter in de zaal en toch heb ik luidop gelachen. Dat overkomt me anders nooit.” Toch vinden beiden het verdomd moeilijk om de vinger te leggen op wat de film nu juist zo grappig maakt. Maar dat de dialogen eindeloos citeerbaar zijn, is een veelgehoorde verklaring. “Geen enkele dialoog is overbodig. Alle quotes zijn raak, stuk voor stuk”, zegt Meuris. “Dat kom je maar zelden tegen.”

Het leidt in sommige vriendenkringen tot eindeloze citeersessies. Want ook in het dagelijkse leven zijn de uitlatingen van The Dude en zijn kompanen vaak uiterst toepasselijk. En zo’n situatie kan snel escaleren, weet Noah Melis, drummer van Bed Rugs (de ‘Rugs’ verwijst overigens naar het ondergepiste tapijt uit de film). “Dan zegt er iemand één quote, en voor je het weet, zit je met je vrienden een hele scène na te spelen. Met ons naar die film kijken kan niet leuk zijn: wij zeggen alle quotes voor.”

'Met ons naar die film kijken kan niet leuk zijn: wij zeggen alle quotes voor'
Noah Melis, drummer van Bed Rugs, over zijn vriendenkring

Herkenbare situaties: tijdens zijn studiejaren ging uw dienaar weleens met drie andere vrienden bowlen, waarbij iedereen zich een Big Lebowski-alter ego aanmat en er na verloop van tijd een citatencompetitie ontstond. “This is not ‘Nam. This is bowling. There are rules” – u weet hoe dat gaat. Sommige insiders hebben zelfs geen quotes nodig om elkaar te verstaan. “Onlangs zat ik op een terras en bestelde ik een White Russian”, vertelt Meuris. “Als je gezelschap dan ook een White Russian bestelt, weet je: ik zit met kenners aan tafel.”

Het toont hoe groot én hecht de gemeenschap is die rond de film is ontstaan. De gedeelde passie voor zo’n bizarre film schept een band tussen fans, en sinds 2002 worden er wereldwijd Lebowski Fests georganiseerd: bijeenkomsten, doorgaans in een bowlinghal, van gelijkgestemde zielen, met een voorliefde voor bowling, White Russians en all things Lebowski. In het (ten zeerste aan te raden) naslagwerk I’m a Lebowski, You’re a Lebowski: Life, The Big Lebowski and What Have You vertellen Bill Green, Ben Peskoe, Will Russel en Scott Shuffitt, de initiatiefnemers van het eerste Lebowski Fest, precies hoe dat ging. “Hoewel we een kleine opkomst van een dertigtal vrienden verwachtten, kwamen er zo’n 150 fans opdagen.” En dat aantal is blijven groeien: eind mei vindt in Los Angeles de achttiende editie plaats, en zoals gewoonlijk zullen de fans zich verkleden als The Dude, Walter of een bowlingkegel. Of een afgehakte teen. With nail polish.

Eind mei vindt in LA de 18de editie van het Lebowski Fest plaats, met fans verkleed als The Dude, Walter of een bowlingkegel

Inmiddels heeft de cultus zich wereldwijd verspreid. Meuris kwam in de IJslandse hoofdstad Reykjavik een Lebowski-café tegen, en bovengetekende boekte ooit een specifiek hotel in Berlijn omdat The Big Lebowski er op tv eindeloos werd herhaald. Ook Antwerpen werd besmet: deels op initiatief van Bed Rugs werd er vier jaar geleden een Antwerpse spin-off van het Lebowski Fest georganiseerd. “We hebben een bowlingzaal gehuurd, en daar met een aantal bands de hele soundtrack van de film live gespeeld”, vertelt Melis. “Iedereen was verkleed. Dat was zelfs een voorwaarde.”

Ook Govaerts was erbij. “Ik moet zeggen dat ik me daar niet zo veel van herinner – te veel White Russians achterovergeslagen. Maar ik weet wel nog dat een vriendin van mij zich had verkleed als ‘White Russian’, compleet met witte bontmuts. Het was bijzonder charmant om te zien hoe die film leeft, ook bij mensen die veel te jong waren om de film in de bioscoop te hebben gezien.”

Bevrediging

The Big Lebowski heeft veel van zijn succes te danken aan het dvd-tijdperk: de dvd-verkoop bracht in tien jaar tijd veertig miljoen dollar op. Tel daarbij eindeloos veel vertoningen op televisie en een besmettelijke word-of-mouth, en je hebt een fenomeen dat niet uitsterft – integendeel: het blijft groeien. Je kunt het amper nog cult noemen, vindt Meuris. “Dat wijst op een hermetisch publiek. The Big Lebowski gaat veel breder dan dat.”

Het helpt ook dat je de film eindeloos kunt herbekijken en nieuwe dingen blijft ontdekken. Ik durf zelfs niet te gokken hoe vaak ik The Big Lebowski heb gezien, maar Melis is eerlijker: “Meer dan vijftig keer. Er was een periode dat ik hem wekelijks opnieuw bekeek.”

Wie zich keer op keer opnieuw aan de film zet, vindt verwijzingen naar films noirs als The Big Sleep en ontdekt steeds meer laagjes in de existentialistische filosofie van The Dude (die Sartre op zijn nachtkastje heeft liggen). Maar ook op een veel primitiever niveau loont het om te blijven kijken, weet Meuris. “Als je die dialogen al zo goed kent, krijg je een soort voorpret. Je weet wat er gaat komen en je wilt dat bevestigd zien. Dat is ontzettend bevredigend.”

Fans verkleed als Walter tijdens het Lebowski Fest in Louisville, Kentucky.Beeld RV

Uiteindelijk is het dat wat The Big Lebowski je biedt, denk ik nu: bevrediging. Het is ook dat wat The Dude, een loser en de ultieme antiheld, verheft tot... “I won’t say a hero, ’cause what’s a hero?” Maar hij is iemand die in de kleine dingen des levens – bowlen, rondrijden, “the occasional acid flashback” – bevrediging vindt. In zijn vermogen om de chaos van deze wereld te ondergaan en toch zijn eigen rust te vinden – al dan niet met behulp van walvismuziek en roesmiddelen – is hij iemand naar wie we allemaal stiekem opkijken. Ook al heeft hij niets bereikt in zijn leven.

Misschien is dat de echte filosofie van het Dudeism: we zijn met z’n allen jaloers op een loser. “Iedere tiener zou The Big Lebowski eigenlijk moeten zien”, besluit Meuris. “In de aanwezigheid van iemand die duiding geeft. Want The Dude zorgt voor zelfrelativering, en daar hebben we allemaal weleens nood aan.” Zo blijkt Jeffrey ‘The Dude’ Lebowski anno 2018, zoals de beste profeten, zijn tijd ver vooruit te zijn geweest. De religie van The Big Lebowski is springlevend, en wie nu de film uitkijkt, ziet daarvan al een voorafspiegeling in de laatste woorden die The Dude uitspreekt. “Yeah, well... The Dude abides.”

The Dude blijft bestaan. Van u weet ik het niet, maar ik kan daar best mee leven.

Ter gelegenheid van zijn twintigste verjaardag wordt The Big Lebowski op 14 mei opnieuw gescreend in Sphinx Cinema, Gent en Buda (Kortrijk), op 20, 24 en 28/5 in Cinema ZED (Leuven).