Direct naar artikelinhoud
ELISABETHWEDSTRIJD

Finale Koningin Elisabethwedstrijd (2): tussen dood en slapstick

Rocío PérezBeeld RV/Koningin Elisabethwedstrijd

"Adieu! flambeau du monde, Descends au sein des flots!" Ook op de tweede finaleavond zorgden het Muntorkest, dirigent Alain Altinoglu en de vier nieuwe finalisten voor een avond vol onsterfelijke klanken.   

Rocío Pérez (27): dichter bij een diva komt men niet dan met deze Spaanse sopraan, wier Königin der Nacht een wel erg kwaadaardig kantje had. Met haar exacte dictie en erg energieke voorkomen gooide ze in 'Der Hölle Rache kocht in meinem Herzen' - Mozarts aria met die heel hoge aaah-ah-ah-ah-ah-ah-ah-ah-ah-aaaah - de woede van de toverkol recht in je gezicht. Dat het ensemblelid van de Deutsche Oper Berlin die rol het komende seizoen op de planken brengt, doet al dromen van mogelijke operareisjes. 

Het was vooral het laatste nummer 'Où va la jeune hindoue' uit Lakmé dat voor Pérez de kroon spande. Al na de eerste maten puur gezang maakte de Spaanse duidelijk dat ze luider gaat dan het hele Muntorkest. Wanneer de ietwat mysterieuze klanken van Delibes inzetten - het stuk staat onder meer om zijn klokjes bekend - leek Mozarts antagoniste enigszins terug te zijn. Toch was die laatste Königin der Nacht een stuk ambiguer en zeker niet van sympathie verstoken. De enkelingen die tijdens het begeesterde applaus al recht stonden, deden dat zeker niet ongepast. 

Canon-Kanon  

De volgende kandidaat, Eva Zaïcik (30), breidde een vervolg aan de sfeer met een smeulende interpretatie van 'Près des remparts de Séville' uit Bizets Carmen. De Française ging de klassiekers niet uit de weg in het samenstellen van haar repertoire. Zo bracht ze als tweede stuk Purcells recitatief annex aria 'Thy hand, Belinda - When I am laid in Earth'. Zaïck bracht het dubbele afscheid van Dido, zowel van haar minnaar Aeneas als van het leven, ongelooflijk sereen. Toen ze de laatste verzen neerlegde en ook het orkest ophield met spelen, leek het publiek even naar adem te moeten happen. 

Hoewel "de liefde" voor de personages Carmen en Dido geheel andere dingen betekent, was er geenszins een storend contrast tussen de twee stukken. De zekere continuïteit van sfeer tussen Purcell en Bachs 'Erbarme dich mein Gott' leek dan weer wel niet helemaal te werken. Zaïcik voerde het stuk technisch correct uit maar had voor het afsmeken van Gods barmhartigheid een stevigere, misschien een wat meer dramatische toon moeten voeren dan die van de wat ijle Dido. Afsluiten deed de mezzo-sopraan met Rossini's L'Italiana in Algeri. Dat het onmogelijke verhaal - iets met piraten, harems en liefdesveelhoeken - met de aria 'Cruda sorte' een mooie oefening in het belcanto biedt, staat ook door Zaïcik buiten kijf.

Eva ZaicikBeeld RV/Koningin Elisabethwedstrijd

Zeemansgraf

"Wagneriaans" heeft vaak een bombastische en logge connotatie. Onterecht, bleek door Heloïse Mas' (30) interpretatie van 'Brangäne's Lied'.  Haar krachtige, brede stem, gepaard met heel wat harpgetokkel, waarschuwde ons samen met Tristan en Isolde bijna teder voor het einde van de overspelige nacht. Indruk maakte de tweede Franse mezzo-sopraan ook met haar strijdlustige versie van Bizets 'Voyons que j'essaie - En vain pour éviter'. Opnieuw een stuk uit Carmen  maar veel minder speels dan 'Près des remparts' waarin Carmen Don José verleidde: zowel voor haar als voor hem werd bij het kaartleggen de dood voorspeld.

Mas oogstte een aanhoudend applaus en de eerste duidelijk gearticuleerde bravo's van de avond na haar laatste stuk: 'Où suis-je ? - O ma lyre immortelle' uit Charles Gounods Sapho. Verraden en verlaten kiest de Griekse dichteres ervoor om zich in de zee te verdrinken. Tijdens haar overpeinzingen blijft haar lier, bij wijze van de harp, verder klinken. Want al kiest Sappho voor de dood, haar dichterschap is onsterfelijk.

Heloïse MasBeeld RV/Koningin Elisabethwedstrijd

Figaro-oh-oh!

De Amerikaanse bariton Alex DeSocio (30) sloot met het nodige gevoel voor humor de tweede finaleavond af. Zijn versie van Rossini's 'Largo al factotum della città', waar de avond ervoor zijn Argentijnse evenknie nog krachtig mee afsloot, was wel heel erg buffa. DeSocio waagde zich aan de aria uit Il Barbiere di Siviglia als aan een kleine spielerei, wat soms het geheel een virtuoze luchtigheid verleende. Op andere momenten leek het of DeSocio in al zijn onstuimigheid de pedalen bijna kwijt was.

Na zoveel slapstick was het soms wat moeilijk om mee te gaan met de sérieux die DeSocio zich in de twee volgende stukken van Tsjajkovski en Donizetti moest aanmeten. Het laatste nummer bracht echter de bevrijding met Mozarts 'Papagena! Weibchen, Täubchen'. Daarin probeert de sympathieke hansworst-vogelvanger Papageno met zijn "magisches Glockenspiel" Papagena te vinden. Een overtuigende DeSocio rondde met dit tweede stuk uit Mozarts Zauberflöte, die bij Pérez zijn intrede deed, de avond mooi af.  

Alex DeSocioBeeld RV/Koningin Elisabethwedstrijd

De finale van de Koningin Elisabethwedstrijd gaat verder op 12/05 in Bozar (Brussel) en is live te volgen op Canvas en Klara.  

Het verslag van 10/05 kan u hier lezen.