Op 11 maart 2017 werd het slachtoffer in het centrum van Brugge in gebrekkig Engels aangesproken door de beklaagde. F.K. bleef zijn slachtoffer volgen en duwde haar tegen de muur. De Afghaan gleed met zijn handen onder haar T-shirt en haar beha om haar borsten te betasten.

Dankzij de camerabeelden van het incident kon de beklaagde geïdentificeerd worden. De huiszoeking deed hem de das om, want exact dezelfde kleren als op de beelden werden in zijn woning aangetroffen. F.K. bekende de aanranding, maar beweert dat hij zich de feiten amper nog kan herinneren. Die bewuste avond zou de beklaagde erg veel alcohol gedronken hebben.

De verdediging pleitte dat F.K. zich als vluchteling goed geïntegreerd heeft in België. Bovendien heeft hij nog een blanco strafblad. Mr Pieterjan Dens drong daarom aan op een werkstraf. Op de zitting verontschuldigde de beklaagde zich voor zijn daden.

De rechter veroordeelde F.K. uiteindelijk tot een werkstraf van 120 uur. Als hij die werkstraf niet of onvolledig uitvoert, moet hij alsnog 15 maanden achter de tralies. De beklaagde is ook voor vijf jaar zijn burgerrechten kwijt.