Direct naar artikelinhoud
Hoogsteigen persoone

Een gast uit Oostende, fucking Oostende: Ensor in het mooiste museum ter wereld, dat geeft me kippenvel

Een gast uit Oostende, fucking Oostende: Ensor in het mooiste museum ter wereld, dat geeft me kippenvel
Beeld Geerst Joostens

Dominique Persoone, de Indiana Jones der chocolatiers, runt The Chocolate Line in Brugge en Antwerpen en een cacaoplantage in Mexico.

Een paar weken geleden zaten we met ons gezin in New York. Julius werd 19 jaar en Fabby en ik wilden hem een verjaardag geven om nooit meer te vergeten. Je kunt een mooi cadeau kopen, maar je eerste keer in The Big Apple is toch iets wat je je leven lang bijblijft.

Eerlijk: aanvankelijk wilden we een weekje zon boeken, want Fabby en ik waren moe en heropladen in een luie strandstoel zagen we wel ­zitten. Maar hoewel NY een zeer vermoeiende bestemming is (je legt er lange afstanden af te voet, volgende keer koop ik zo’n stappenteller) krijg je toch ook energie van die stad. Het is helemaal anders dan de zon, maar je staat wel scherp als je terug naar huis vliegt.

Met één zetel vier verdiepingen van een museum vullen, sorry, voor mij is dat geen kunst maar gewoon bullshit

In NY hebben we eigenlijk vooral gegeten, Chinatown, Little Italy, SoHo: heerlijk, machtig lekkere streetfood, toffe concepten, de max. Ook Fabby was blij, want je kunt nergens zo shoppen als daar. Maar om toch een beetje de verantwoordelijke ouders uit te hangen, probeerden we Julius te overtuigen om een museum te doen. En niet zomaar eentje, maar het wereldberoemde Guggenheim. Moderne kunst is goed voor je brain, probeerde ik hem wijs te maken.

Na 20 minuten aanschuiven en 100 dollar lichter konden we eindelijk binnen. Op het gelijkvloers een witte ruimte met daarin het houten geraamte van een zetel. Op het eerste verdiep de ressorts, de springveren van die zetel. Op het derde de mousse. Op het vierde de lederen bekleding. Op verdieping vijf stonden drie zakken, een van het merk Adidas, één van Nike en één van Puma, met telkens een houtblok erin. Julius keek me recht in mijn ogen. Pa, is dit kunst? Zie je dit echt graag? Is dit goed voor mijn brain? Ik wist niet wat te zeggen, begreep er ook geen kloten van. Wat een teleurstelling! Wil je je zoon motiveren om van moderne kunst te houden, ga je serieus op je bek. Wat een bedrog, of zijn wij dan echt zulke cultuurbarbaren dat we deze kunst niet begrijpen? Maar met één zetel vier verdiepingen van een museum vullen, sorry, voor mij is dat geen kunst maar gewoon bullshit. Ik was echt boos en we ­beslisten dat het nog heel lang zou duren voor we nog een voet binnen zouden zetten in een museum.

Maar toeval bestaat niet, zegt de dalai lama. Twee dagen later kwamen we uit een winkeltje waar Fabby een nieuwe muts had gekocht en plots stonden we voor de deur van het MoMA. Meen je dat, pa? Gaan we echt nog eens binnen in zo’n museum? Ja kerel, laten we het nog één keer proberen. En gelukkig maar. Picasso, Frida Kahlo, Warhol, de ­sterrennacht van Van Gogh, de waterlelies van Monet, ik werd er stil van. Julius keek me aan en zei: machtig, pa! Kijk, hier zelfs een Belg, Margritte. En ook: drie werken van Ensor. Ik kreeg er kippenvel van, een gast uit Oostende, fucking Oostende. Hier, in het mooiste museum voor moderne kunst ter wereld. James, je maakt me trots. Merci kerel, wij West-Vlamingen hebben kloten aan ons lijf!