Direct naar artikelinhoud
Frieten

Hoezo, french fries? De Belgische friet trekt op wereldtournee

Hoezo, french fries? De Belgische friet trekt op wereldtournee
Beeld Photo News

Hoezo, french fries? Met een promotour probeert de Belgische friet voet aan grond te krijgen in Zuidoost-Azië, momenteel het territorium van Uncle Sam. "Zelfs frieten van Belgische makelij worden hier soms onder Amerikaanse vlag verkocht."

Het kan verkeren. België is wereldwijd een exportleider in diepvriesfrieten, oogst overal lof voor haar smakelijke puntzakken, erkent de frietkotcultuur als 'immaterieel cultureel erfgoed', en toch: buiten de landsgrenzen staan 'onze' frieten gekend als french fries.  Volgens de mythe hebben we dat te danken aan de Amerikaanse soldaten, die tijdens de Eerste Wereldoorlog Belgische frieten kregen, maar dachten dat ze in Frankrijk verbleven.

Ook in Zuidoost-Azië verwijzen de menukaarten naar onze zuiderburen, maar daar wil de sector graag verandering in zien. Een promotiecampagne van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) toert momenteel rond in Vietnam om de Belgische friet op de kaart te zetten. Staan ook op het programma: Indonesië, Maleisië, Singapore, Thailand en de Filipijnen.

'Je treft hier soms een zak diepvriesfrieten van Belgische makelij aan, maar wel met een Amerikaanse vlag op'
Romain Cools van sectorfederatie Belgapom

"In regio's als Zuid-Amerika en het Midden-Oosten domineren we de markt, maar in Zuidoost-Azië bevinden we ons in de speeltuin van de grote concurrent", vertelt Romain Cools van sectorfederatie Belgapom.  De Amerikanen dus. De gangbare french fry is er dan ook eentje van McDonald's-makelij: lang, dunne frieten. Of zoals Cools zegt: "Schoenveters."

Dat imago, samen met een markt in de groei, laat evenwel manoeuvreerruimte voor de Belgian fries: korter, dikker en ook smaakvoller door de vlezige rassen die we in België telen. Dat er nog werk aan de winkel is, mag duidelijk zijn. "Je treft hier soms een zak diepvriesfrieten van Belgische makelij aan, maar wel met een Amerikaanse vlag op."

De promotiecampagne van VLAM kan over drie jaar heen op 3 miljoen rekenen, waarvan 80 procent Europese subsidies. Serieuze middelen, maar de jaarlijkse exportwaarde van bevroren aardappelproducten bedraagt voor België wel zo'n 1,5 miljard euro. Op dit moment krijgen de Belgische frieten in Hanoi zelfs een duwtje in de rug van Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA).

Licence to fry

En zo gebeurt het dat twee gepensioneerde Belgische frituristen in een winkelcentrum in Bangkok frieten staan bakken en die in gebroken Engels aanbieden. "Veel authentieker dan dat wordt onze frietkotcultuur niet", zegt projectcoördinator Hartwig Moyaert. Voor de 'funfactor' moet dan weer James Bint zorgen, met – jawel – een licence to fry

De frietkotcultuur klakkeloos importeren is echter niet de bedoeling. "Dat is al eerder geprobeerd en die mensen zijn van een kale reis teruggekeerd", zegt Cools. "Je moet geen friet met mayonaise proberen op te dringen als mensen in Vietnam liever chillisaus willen." Wat de bedrijven in vraag willen stellen is eerder het Amerikaanse model: de friet verankerd als side dish, een bijkomstigheid. En bereid volgens een gestandardiseerd proces. 

"Terwijl diversiteit net onze sterkte is: de ene Belg wil zijn frieten gebakken in kokosolie, de andere liefst in ossenvet", zegt Jon Heylen van Agristo, een van de vijf bedrijven die deelnemen aan de missie. "Met de Belgian fry willen we dat belevingsverhaal ook uitstralen."

'Je moet geen friet met mayonaise proberen op te dringen als mensen in Vietnam liever chillisaus willen'
Romain Cools van sectorfederatie Belgapom

Over de populaire benaming maken ze zich bij VLAM echter geen illusies. "French fries is de algemeen aanvaarde term en dat zal de komende jaren zo blijven. Zelfs op Belgische menukaarten zie je het vaak staan bij de Engelse vertaling", zegt Moyaert. Achter het pr-schermpje van de Belgian fry schuilt dan ook het echte doel: zakenpartners vinden, deals sluiten en exportcijfers verhogen.

En maar goed ook, want de origine van de friet aan België koppelen is niet alleen praktisch onmogelijk, de claim lijkt ook historisch gezien niet recht te blijven. Het eerste Belgische frietkot zou namelijk in 1838 in Luik geopend zijn door de Duitser Fritz Krieger, die frieten had leren maken in ... Frankrijk. En de Amerikaanse soldaten dan? De term french fried potaties duikt al op in 1856. We zullen tevreden moeten zijn met de frietcultuur.