© Reporters - Rosaria D Aquino

"Sharenting", "stacking" en "trolling", met deze digitale termen bent u weer mee

Jongeren plakken aan hun smartphone of tablet, dat blijkt uit het Apestaartjarenonderzoek, een tweejaarlijks onderzoek naar het mediagebruik van kinderen en jongeren. Dat ze zo verknocht zijn aan het internet, horen we aan hun taalgebruik. En omdat niet iedereen de taal van het wereldwijde web begrijpt, leggen wij twintig termen uit. 

 
  1. Sharenting: Foto’s en video’s van uw kinderen online zetten, zonder dat zij daarmee akkoord gaan. Het woord is een samentrekking van "to share" (delen) en "parenting" (opvoeden).
  2. Trolling: Beledigende commentaren posten op sociale media, met als doel ruzie uit te lokken. Mensen die aan "trolling" doen, worden "trolls" (trollen) genoemd. "Trolls" maken vaak een tweede account aan om hun anonimiteit te bewaren.
  3. Cyberpesten: Online beledigingen sturen. Het verschil met "trolls" is dat cyberpesters hun slachtoffers persoonlijk kennen. Hun doel is dan ook de slachtoffers te kwetsen.
  4. Catfishing: Valse online profielen aanmaken op datingsites of sociale media om via die profielen contact te zoeken met anderen. Iemand die aan "catfishing" doet, wordt een "catfish" (meerval, soort vis) genoemd.
  5. Stacking: Op café of restaurant alle smartphones met het scherm naar beneden opgestapeld op tafel leggen. De eerste van het gezelschap die zijn of haar gsm gebruikt, moet de rekening betalen.
  6. FOMO: De angst om dingen die op sociale media gebeuren te missen wanneer u uw smartphone niet bij de hand hebt. FOMO is een afkorting van het Engelse "Fear Of Missing Out" (angst om iets te missen).
  7. Sexting: Seksueel getinte foto’s en video’s van zichzelf delen. De term is een samentrekking van "sex" en "texting" (berichten sturen). Snapchat is een populaire app om aan "sexting" te doen, omdat de beelden na een aantal seconden weer verdwijnen. 

8. Nettiquette: De ongeschreven gedragsregels voor het gebruik van het internet. Die regels zijn onder andere van toepassing bij chatten, mailen en op sociale media. Nettiquette is een samentrekking van netwerk en etiquette. Bijvoorbeeld: verstuur nooit een e-mail zonder het onderwerp in te vullen. 

9. Phishing: Een vorm van internetfraude waarbij u via een e-mail naar een kopie van een (bank)website wordt gelokt. Op die website vragen de oplichters om in te loggen met uw bankgegevens. Die websites zien er vaak net hetzelfde uit als de site die ze kopiëren, waardoor de slachtoffers niet weten dat ze opgelicht worden.

10. Scamming: Oplichters sturen een e-mail waarin ze u vertellen dat u veel geld kunt verdienen. Ze maken u bijvoorbeeld wijs dat u een loterij gewonnen hebt en dat u het geld ontvangt als u een voorschot betaalt.

11. Hoax: Digitaal bedrog. Bijvoorbeeld een e-mail waarin oplichters een vals verhaal voorstellen als de waarheid. Ze vragen daarin ook om het bericht dringend door te sturen naar al uw contactpersonen. Een "hoax" kan ook een gerucht zijn dat een eigen leven gaat leiden op sociale netwerken. Bijvoorbeeld over het overlijden van een bekende persoon. 

12. Taggen: Op sociale media kunnen uw vrienden een link naar uw profiel plaatsen op foto’s. Als u niet wilt dat anderen die link zien, kunt u de "tag" ook verwijderen door zich te "untaggen".

13. Mobiele data: Maken het mogelijk om via een draadloos netwerk met uw smartphone overal op het internet te surfen. Hoeveel mobiele data u hebt en hoe lang u dus kunt surfen, hangt af van het gsm-abonnement.

14. Digitale voetafdruk: De sporen die internetgebruikers achterlaten op sociale media en andere websites. Uw digitale voetafdruk bestaat uit alle informatie die u online aanmaakt, zoals reacties op sociale media.

15. Instagram: Een sociaal medium waarop u foto’s en video’s kan delen met uw volgers. Op de app kan u ook "stories" (verhalen) delen die na 24 uur vanzelf weer verdwijnen.
 
16. Snapchat: Een applicatie op uw smartphone waarmee u foto’s en video’s kunt versturen naar vrienden. Oorspronkelijk waren de beelden maximaal 10 seconden zichtbaar, maar nu is het ook mogelijk om geen tijdslimiet aan te duiden. Op Snapchat kunt u ook verhalen delen die na 24 uur verdwijnen.
 

17. YouTube: Een website en mobiele app waarop u video’s kan delen en bekijken. Vroeger werd de site vooral gebruikt om muziek te beluisteren, maar sinds een paar jaar is YouTube populair bij jongeren dankzij YouTubers. Zij maken filmpjes over hun leven en delen die op hun kanaal. EnzoKnol is zo’n YouTuber die enorm bekend is bij jongeren in Nederland en België.

18. Facebook Messenger: Een applicatie voor smartphone en tablet waarmee u berichten kunt sturen naar Facebookvrienden.

19. Musical.ly: Een app waarmee u zichzelf kan filmen terwijl u een nummer playbackt of een dansje nadoet. Musical.ly is enorm populair bij jongeren en heeft enkele gebruikers beroemd gemaakt. Jacob Sartorius en de Duitse tweeling Lisa en Lena zijn voorbeelden van "musers" (gebruikers van Musical.ly) met miljoenen volgers.

20. Twitter: Een sociaal medium dat gebruikt wordt om korte berichten van maximaal 280 tekens te delen. Die korte berichten heten "tweets" (getsjilp). 

Meest gelezen