Direct naar artikelinhoud

De journalisten van De Morgen zijn niet betrokken en niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit artikel

Van AAA tot D: Het verschil tussen duurzame en financiële ratings

Kiezen voor beleggen in duurzame bedrijven klinkt eenvoudig, maar is dat ook echt zo? Gelukkig bestaat er een handig hulpmiddel om goed in te schatten of en hoe duurzaam een bedrijf is: duurzame ratings.

Van AAA tot D: Het verschil tussen duurzame en financiële ratings
Beeld Pexels

Als je je beleggingsportefeuille wil diversifiëren en buiten de algemeen als duurzaam beschouwde sectoren gaat zoeken, zal je al snel duidelijk worden dat het moeilijk is om de duurzaamheid van een bedrijf te beoordelen. Daarvoor bestaan duurzame ratings die verschillen in aanpak van de zogenaamde financiële ratings.

Financiële ratings

Ratings zijn een vertrouwd gegeven in de financiële wereld, vooral bij de uitgave van obligaties. Gespecialiseerde kantoren, zoals Moody's en Standard & Poor's, onderzoeken de kredietwaardigheid van de uitgever van de obligatie – die de markt aanspreekt om investeringsgeld te vinden – en kennen hem een rating toe. Die kan gaan van AAA tot D. Deze rating is belangrijk voor de bedrijven, want hoe beter hun rating – bijvoorbeeld triple A – hoe lager de rentevoet zal liggen waarmee ze de belegger kunnen overtuigen om in te stappen. Beleggingsfondsen vermelden in hun beleidsdocumentatie tot welke rating ze effecten opnemen.

De betrokken bedrijven moeten zo'n rating niet alleen zelf aanvragen, maar ook zelf betalen. Een klein of middelgroot bedrijf dat van zichzelf weet dat het goed bezig is, vindt zo'n rating niet altijd nuttig, bijvoorbeeld omdat het zelden bij investeerders aanklopt. Hierdoor kunnen ze onder de radar van de fondsbeheerders vallen.

Duurzame ratings

‘Voor duurzame ratings is dit niet het geval,’ zegt Guy Janssens, hoofd maatschappelijk en verantwoord beleggen bij marktleider BNP Paribas Fortis. ‘Die worden eveneens opgesteld door gespecialiseerde kantoren, maar in dit geval is het degene die de rapporten opvraagt die betaalt. Dat zijn dus de banken en de beheerders van beleggingsfondsen.’ Dit betekent niet dat de onderzochte bedrijven hiervoor zelf geen inspanningen moeten doen. ‘Om alle vragenlijsten en infofiches van de ratingbureaus in te vullen moeten ze toch wel een halftijdse medewerker inzetten. Bedrijven die duurzaam ondernemen als een hoofdzaak beschouwen, hebben dit er graag voor over. De ratingbureaus voeren controles uit om na te gaan of de doorgegeven informatie (nog altijd) aan de realiteit beantwoordt.’

Meer informatie over duurzaam beleggen vind je hier

De journalisten van De Morgen zijn niet betrokken en niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit artikel