Stoffelijke resten van 22 Franco-slachtoffers opgegraven uit een massagraf in Spanje
In Spanje zijn de stoffelijke resten van 22 mensen opgegraven uit een massagraf. Ze waren slachtoffers van het regime van dictator Franco op het einde van de burgeroorlog, eind jaren 30. De stoffelijke resten zijn tijdens een ceremonie overhandigd aan de nabestaanden.
Het massagraf ligt in Guadalajara, een stad ten noorden van Madrid. Naar schatting liggen er op die plaats nog zo'n 800 mensen. Ze zijn het slachtoffer geworden van politiek geweld tijdens het regime van de rechtse dictator Franco, de generaal die de Spaanse burgeroorlog eind jaren 30 won en aan de macht bleef tot 1975.
De resten van de slachtoffers werden in houten dozen overhandigd aan de familieleden. De dozen waren gedrapeerd met een fluwelen rood kleed met daarbovenop een witte anjer en een foto van de overledene.
"Het verleden niet meer oprakelen"
Over heel het Spaanse grondgebied liggen waarschijnlijk nog meer dan 100.000 mensen ongeïdentificeerd in massagraven. Het openen van die graven ligt in Spanje erg gevoelig. Na het einde van het Franco-regime hebben politici een pact ondertekend om het verleden niet langer op te rakelen.
De conservatieve premier Mariano Rajoy ziet weinig in het zoeken naar, en blootleggen van, massagraven. Het blootleggen van dit graf is ook pas mogelijk geworden nadat een rechter dat had bevolen.
In april besliste een rechter na een lang juridisch gevecht dat ook de crypte in de zogenoemde Vallei der Gevallenen ten noorden van Madrid onderzocht moet worden. Daar liggen 34.000 slachtoffers van de Spaanse burgeroorlog begraven.