Amnesty: "Islamitische Rohingya-rebellen hebben hindoes vermoord in Myanmar"

In augustus vorig jaar hebben rebellen van het Arakan Rohingya Salvation Army (ARSA) in het Zuidoost-Aziatische land Myanmar politieposten aangevallen en daarbij zijn doden gevallen. Daarop hebben het leger van Myanmar en boeddhistische dorpelingen slachtpartijen aangericht onder de Rohingya-minderheid. Er zijn nu al meer dan 700.000 Rohingya naar buurland Bangladesh gevlucht, waar ze leven in erg armoedige omstandigheden.

Amnesty International heeft die etnische zuivering en moordpartijen op zeker 6.000 Rohingya al herhaaldelijk aangeklaagd, maar de organisatie zegt nu ook dat ARSA-rebellen vorig jaar ook moordpartijen hebben aangericht onder hindoes. Die zouden volgens de ARSA sympathie hebben voor het regime in Myanmar.

Na onderzoek van getuigenissen heeft Amnesty nu bekendgemaakt dat Rohingya-rebellen op 25 augustus van vorig jaar zijn binnengevallen in het dorp Ah Nauk Kha Maung Sei in Rakhine in Myanmar. Ze zouden daar toen 53 hindoes gevangen genomen hebben en daarna vermoord hebben. Onder de slachtoffers waren zowel mannen, vrouwen als kinderen.

In naburige dorpen zouden nog eens 45 hindoes verdwenen zijn en wellicht zijn die ook omgebracht. Elders zijn er zeker zes hindoes vermoord door ARSA-rebellen. Dat verantwoordt geenszins de ellende die de Rohingya is aangedaan sinds vorig jaar, maar volgens Amnesty mag ook niet verhuld worden dat ook islamitische Rohingya zich schuldig gemaakt hebben aan moordpartijen.

De meeste Rohingya zijn moslims, maar er is ook een kleinere hindoe-minderheid. Die zijn vaak het slachtoffer van beide kampen in Rakhine en ook zij zijn naar Bangladesh gevlucht. Een aantal hindoes zijn naar India gegaan.