Procureur verdedigt onderzoek na vrijspraak spectaculaire diamantroof: "Er is grondig en professioneel gewerkt"

Nadat de rechtbank in Brussel vorige week achttien verdachten had vrijgesproken in het onderzoek naar de spectaculaire diamantroof op de luchthaven van Zaventem, kwam er stevige kritiek op het parket van Halle-Vilvoorde. Volgens de rechtbank was er een gebrek aan voldoende bezwarend bewijs in het dossier dat het parket ter zitting had gebracht. Procureur des Konings Thierry Freyne reageert op de kritiek: “Er is grondig en professioneel gewerkt. We bekijken intussen of we in beroep mogen gaan tegen het vonnis van de diamantroof.”

Twee jaar hadden de speurders van de federale gerechtelijke politie van Halle-Vilvoorde gewerkt in het onderzoek naar de diamantroof, nadat een achtkoppig commando in ware Hollywoodstijl er op de tarmac van de luchthaven van Zaventem vandoor was gegaan met een buit diamanten ter waarde van maar liefst 37 miljoen euro. Politie en parket hadden negentien verdachten in kaart gebracht en zelfs een deel van de gestolen diamanten teruggevonden. De openbaar aanklager van het parket Halle-Vilvoorde had strenge straffen tot 8 jaar cel gevorderd op het proces tegen achttien beklaagden, maar kwam van een kale reis terug toen de rechtbank hen allemaal vrijsprak. “Een gebrek aan voldoende bezwarend bewijs”, oordeelden de drie rechters. Een slag in het gezicht voor de speurders en een blamage voor het parket dat intussen met het parket-generaal overlegt of er beroep wordt aangetekend tegen het vonnis.

“De rechters hebben hun beslissing gemotiveerd en gekeken welke elementen in het voordeel en nadeel van de verdachten terug te vinden waren”, zegt procureur des konings van Halle-Vilvoorde, Thierry Freyne. “Ze hebben een beslissing genomen waarbij ze voornamelijk gekeken hebben naar de elementen die in het voordeel van de verdachten pleitten. Wij zijn van mening dat er wel een aantal zaken zijn die wijzen op hun schuld en zullen die ook naar voor schuiven in onze vraag om hoger beroep aan te tekenen.” 

Dat er in het dossier slecht zou zijn gewerkt, betwist Thierry Freyne. “Ik ben er van overtuigd dat er in deze zaak een heel grondig onderzoek gevoerd is. De zaak werd opgevolgd door een magistraat die heel wat ervaring heeft op dat vlak. Een onderzoek heeft tot doel alle elementen in het voordeel en in het nadeel van de verdachten naar boven te brengen. We hebben dat gedaan zoals in alle andere dossiers op een degelijke professionele manier en het is aan de rechter om te trancheren. Ieder zijn rol en verantwoordelijkheid in een proces. Het is trouwens niet omdat de rechter iemand vrijspreekt, dat er noodzakelijkerwijs iets fout is gegaan. Dat heeft niets met een verkeerde manier van werken te maken, maar met het feit dat we op een grondige manier alle elementen aan bod willen laten komen. Het is bij wijze van spreken niet de bedoeling om een dossier aan de rechter voor te leggen waar geen speld tussen te krijgen is. De rechter moet zijn taak kunnen vervullen en vrij kunnen beslissen. Als een rechter vindt dat iemand onschuldig is, is het ook zijn plicht om die persoon dan vrij te spreken.”