Cijfers spreken cowboyagenten-theorie tegen

Mawwda (2) werd doodgeschoten tijdens een achtervolging. © BELGA

Na de dood van de tweejarige Mawda wordt er hevig gediscussieerd over het politieoptreden. Maar de vrees dat agenten sneller hun wapen trekken, wordt tegengesproken door de cijfers van afgelopen jaren.

Wim Winckelmans

Het schietincident op de E42, waarbij de tweejarige Mawda overleed door een politiekogel, doet de discussie over het politieoptreden oplaaien. De vrees leeft dat agenten sneller naar hun wapen grijpen. Volgens Alexis Deswaef, de voorzitter van de Franstalige Liga voor de Mensenrechten, is dat zo omdat ze weten dat minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) hen altijd zal steunen.

Maar de cijfers laten een ander beeld zien. 2015 was een piekjaar, met 107 geregistreerde waarschuwingsschoten en schoten op bedreigende personen of voertuigen. Dat werd toen in verband gebracht met de terreurdreiging na de aanslagen in Parijs. Maar in 2016, het jaar waarin de aanslagen in Brussel plaatsvonden, daalde het aantal incidenten naar het laagste niveau – een evenaring van dat in 2014. ‘Na de aanslagen in Brussel is de politie uiteraard erg alert geworden, maar dat heeft geen gevolgen gehad voor het gebruik van hun vuurwapen’, reageert de woordvoerder van de federale politie.

De cijfers zeggen niets over de vraag of het wapen­gebruik al dan niet gerechtvaardigd was. Het hangt af van de situaties waarin politiemensen terechtkomen – en hun interpretatie daarvan – of ze hun wapen moeten trekken.

Wanneer mag het?

Volgens de wet op het politieambt zijn er drie situaties waarin agenten hun wapen mogen gebruiken. Het gaat dan om wettelijke zelfverdediging, net zoals burgers het recht hebben zich te verdedigen als ze worden aangevallen. Agenten hebben ook het recht hun wapen te gebruiken tegen gewapende personen of personen van wie ze redelijkerwijs kunnen aannemen dat ze wapens in hun bezit hebben. Ten slotte hebben ook agenten die belast zijn met de bescherming van personen, plaatsen, geldtransporten of wat dan ook, en die geen andere mogelijkheid hebben om hun opdracht uit te voeren, het recht om hun wapen te trekken.

Het onderzoek van het Comité P moet uitmaken of het schietincident waarbij Mawda overleed, onder een van die criteria valt. Premier Charles Michel (MR) drong bij het parket al wel aan op ‘objectieve en correcte communicatie’, na de foutieve verklaringen vlak na de schietpartij.

© DS