Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

"Ik zal niet de minister zijn die een set eindtermen presenteert waardoor de lat omlaag gaat"

Minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) bevestigde in het Vlaams Parlement dat ze bezorgde signalen over de nieuwe eindtermen, die het minimum vastleggen dat een groep leerlingen moet kennen, heeft gekregen.Beeld BELGA

"Ik heb signalen gekregen dat er zorgen bestaan over het ambitieniveau." Minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) bevestigt de twijfels over de nieuwe eindtermen, die het minimum vastleggen dat een groep leerlingen moet kennen. Zo kan ook de modernisering van het secundair onderwijs in gevaar komen.

Fundamenteel en bijzonder gevoelig. Het debat over de nieuwe eindtermen gaat over wat leerlingen in de toekomst moeten kennen. Een waarschuwing van Oeso-onderwijstopman Dirk Van Damme, die niet bereikbaar was voor verder commentaar, zet de stellingen op scherp. Hij gaf aan “verontrustende signalen” te hebben ontvangen uit de commissies die de eindtermen voorbereiden en stelde dat de lat erg laag wordt gelegd, onder meer door de onderwijsverstrekkers die de eigen vrijheid willen maximaliseren en door experten.

De koepels maken zich niet druk. “Ik herken dit niet", zei Lieven Boeve, topman van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. "Dit is stemmingmakerij." Maar Crevits spreekt Van Damme niet tegen. “Ik heb uit bepaalde ontwikkelcommissies, talen is een goed voorbeeld, signalen gekregen dat er zorgen bestaan over het ambitieniveau. Wij hebben contact opgenomen en samen afgesproken dat de lat hoog moet liggen. Ik heb vertrouwen in hun werk en ik heb geen reden om aan te nemen dat men geen rekening zal houden met de gemaakte opmerkingen. Maar ik zal niet de minister zijn die een set eindtermen presenteert waardoor de lat omlaag gaat. Dat is voor mij onbespreekbaar.”

'Ik zal niet de minister zijn die een set eindtermen presenteert waardoor de lat omlaag gaat'
Minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V)

Vrijheid

Ook andere politici treden Van Damme bij. “Vanuit de commissies voor Nederlands en vreemde moderne talen heb ik dezelfde signalen gekregen”, zegt Jo De Ro (Open Vld). “Zo zou in de eerste graad niet langer A2 (het op een na laagste Europese referentieniveau, RA), maar A1 plus worden gevraagd. Wat dit betekent? Voor Engels of Frans zou in het eerste jaar van het middelbaar geen verleden tijd meer worden aangeleerd. De teneur is dat de lat wat lager wordt gelegd. Maar dat is niet de beweging die wij verwachten. We moeten de lat nu hoog genoeg leggen."

Het debat over de eindtermen loopt al enkele jaren. Eind oktober kwam de Vlaamse regering tot een akkoord over wat leerlingen in grote lijnen moeten leren. De concrete invulling daarvan, de ontwikkeling van de eindtermen, vindt sinds eind vorig jaar plaats in zeven ontwikkelcommissies. Daarin zetelen vertegenwoordigers van de koepels, vakleraren en experten. De cruciale vraag die er voorligt, is hoe minimaal het minimum wordt ingevuld. Anders gesteld: hoe minimaler, hoe meer vrijheid voor de koepels om er later in leerplannen een eigen invulling aan te geven.

'Voor Engels of Frans zou in het eerste jaar van het middelbaar geen verleden tijd meer worden aangeleerd'
Vlaams Parlementslid Jo De Ro (Open Vld)

In gevaar

CD&V, Open Vld en N-VA geven aan dat het Vlaams Parlement de eindtermen nog kan afkeuren. Als dat gebeurt, komt ook de modernisering van het secundair onderwijs in gevaar. Die was eerst gepland voor komende september, maar moet, samen met de nieuwe eindtermen, op 1 september 2019 ingaan. Het was de bedoeling om de eindtermen voor Pasen te presenteren. Op dit moment mikken de commissies op een finish voor de zomer, zo melden betrokkenen. In de wandelgangen valt te horen dat juist daarom het zwartepietenspel losbarst.

“Wij willen een hanteerbare hoeveelheid eindtermen en het is juist dat dit voor een aantal experten en een aantal politici niet ver genoeg gaat”, zegt een onderwijsbestuurder. “Er wordt vanuit de N-VA kritiek op de koepels verwacht. Zij zullen waarschijnlijk stellen dat het ambitieniveau niet hoog genoeg is.” 

De N-VA geeft alvast aan dat er “kritisch” zal worden gekeken naar de nieuwe doelen. “Ik stel vast dat er veel vertegenwoordigers van de koepels in de ontwikkelcommissies zitten", zegt onderwijsspecialist Koen Daniëls. "Voor mij moeten de belastingbetalers het minimum vastleggen, via de politiek verkozenen, en niet de koepels. Concrete eindtermen geven duidelijkheid aan leraren en waar hun vrijheid ligt. Ik noteer dat sommige structuren die vrijheid liever zelf invullen door vage eindtermen te maken."

'Het is juist dat het voor een aantal experten en een aantal politici niet ver genoeg gaat'
Onderwijsbestuurder