Het onderzoek van Verstreken spitst zich toe op de werking van synapsen in de hersenen waar elektrische boodschappen tussen twee hersencellen worden doorgegeven. Bij verschillende hersenaandoeningen zoals Parkinson is de communicatie aan deze synapsen verzwakt. Verstreken toonde eerder al aan dat bij fruitvliegen het eiwit ‘Skywalker’ hierbij een cruciale rol speelt. In de menselijke hersenen is een zo goed als identiek eiwit werkzaam onder de naam ‘TBC1D24’. Familiale mutatie van dit eiwit ligt aan de basis van een ernstige genetische aandoening die onder meer gekenmerkt wordt door epilepsie.

Door samenwerking met prof. Wim Versées, die zich bezighoudt met de ontrafeling van de driedimensionale structuur van eiwitten, konden de Leuvense onderzoekers deze structuur van Skywalker (en dus ook van TBC1D24) achterhalen, hetgeen toeliet om het eiwit tot in de kleinste details te bestuderen. “We hebben hierbij ontdekt dat dit eiwit bindingen aangaat met specifieke hersenvetten. Bij meer dan 70 procent van patiënten met een TBC1D24-mutatie bleek deze binding verstoord”, aldus Verstreken.

Door de verhoging van de concentratie van deze hersenvetten bij fruitvliegen met een Skywalker-mutatie konden de epileptische aanvallen volledig worden onderdrukt. “Dit is dus een mogelijke strategie om epileptische aanvallen te onderdrukken. Hoewel ons werk zich toespitst op dragers van TBC1D24-mutaties denken we dat onze bevindingen relevant kunnen zijn voor meerdere vormen van epilepsie”, aldus prof. Patrik Verstreken. Beide onderzoeksgroepen gaan nu verder samenwerken om strategieën te zoeken die de concentratie van specifieke vetten in de hersenen kunnen verhogen, om zo epileptische aanvallen te voorkomen.