Direct naar artikelinhoud
Column

Is Italië wel geschikt om in de eurozone te blijven?

Paul De Grauwe.Beeld Bob Van Mol

Paul De Grauwe is professor aan de London School of Economics. Zijn columns verschijnen wekelijks.

De politieke perikelen in Italië stellen de vraag welke de toekomst is van Italië in de eurozone. De populistische partijen maken er geen geheim van dat hun politieke agenda er een is van uittrede uit de eurozone. Hoe zijn we zover kunnen komen?

In een monetaire unie is het belangrijk dat wanneer een land wordt getroffen door een verlies aan concurrentievermogen een mechanisme bestaat dat het concurrentievermogen herstelt. En dat bestaat bijna altijd uit een vermindering van het loonniveau t.a.v. de andere partners in de muntunie. Dit mechanisme, dat economen eufemistisch een 'interne devaluatie' noemen, lijkt te hebben gewerkt in landen als Ierland, Spanje en Griekenland. Het is zeer pijnlijk en leidt vaak tot veel weerstand van de mensen die getroffen worden door loondalingen. Maar in een monetaire unie is het helaas ook onvermijdelijk.

Het opvallende feit is dat Italië er niet in is geslaagd een mechanisme in te voeren dat zijn concurrentievermogen herstelt. Als gevolg hiervan wordt het vermogen van Italië om te exporteren uitgehold. Als dit niet wordt gecorrigeerd, zullen grote delen van de Italiaanse exportsectoren verdwijnen. Dit alles leidt tot het onvermogen van Italië om weer te groeien en de overheidsschuld te verminderen. Het leidt ook tot grote politieke instabiliteit.

Het opvallende feit is dat Italië er niet in is geslaagd een mechanisme in te voeren dat zijn concurrentievermogen herstelt

Het is natuurlijk niet alleen de schuld van Italië. Als de crediteurlanden in de eurozone bereid waren geweest om hun economieën te stimuleren, zou dit Italië en de andere landen die hun concurrentievermogen hadden verloren, hebben geholpen om zich op minder pijnlijke wijze aan te passen. Met name als de crediteurenlanden hun economieën hadden gestimuleerd (bij voorbeeld door overheidsinvesteringen), zou dit een 'interne revaluatie' in deze landen hebben veroorzaakt, d.w.z. een snellere stijging van lonen en prijzen dan in de andere landen. Dit zou een symmetrisch aanpassingssysteem hebben gecreëerd. De kosten van de aanpassing van de landen die hun concurrentievermogen hadden verloren zou zijn verminderd.

Het is duidelijk dat de crediteurlanden, met Duitsland voorop, geen interne revaluaties hebben willen doorvoeren. De weigering om een stimulerend macro-economisch beleid te voeren, bracht de volledige last van de aanpassing op de schouders van de landen in de periferie, waaronder Italië. Dit is slecht nieuws voor de monetaire unie, omdat het in een beperkt aantal landen veel leed concentreerde en zoals nu blijkt uiteindelijk de monetaire unie in gevaar brengt.

Gedeelde verantwoordelijkheid

De verantwoordelijkheid voor het ontstaan van macro-economische onevenwichten in de eurozone is bijna altijd een gedeelde verantwoordelijkheid. Het verlies aan concurrentiekracht van landen in de periferie is voor een deel ook te verklaren door het Duitse beleid om het koste wat het kost zijn exportindustrie te bevoordelen. Dit beleid heeft geleid tot massale exportoverschotten die destabiliserend zijn voor de anderen, ook buiten de eurozone. Een van de redenen van de opstoot van het protectionisme is te vinden in het Duitse beleid, dat tot grote exportoverschotten heeft geleid.

Terwijl de verantwoordelijkheid voor het Italiaanse economische leed niet alleen op de schouders van Italië mag worden gelegd, blijft het waar dat de meeste andere landen in de eurozone die hun concurrentievermogen hadden verloren, erin slaagden interne devaluaties door te voeren. Italië deed dat niet. Ik concludeer uit dit alles dat Italië niet de politieke instellingen lijkt te hebben die interne devaluaties zullen forceren wanneer die nodig zijn.

De onvermijdelijke conclusie lijkt te zijn dat Italië niet goed kan functioneren in een monetaire unie. Zijn politieke instellingen maken het ongeschikt om in de eurozone te zijn. Als deze politieke instellingen niet fundamenteel worden veranderd, zal Italië worden gedwongen de eurozone te verlaten. Het kan niet stil blijven staan ​​en zijn economische weefsel verder zien aftakelen.

De onvermijdelijke conclusie lijkt te zijn dat Italië niet goed kan functioneren in een monetaire unie. Zijn politieke instellingen maken het ongeschikt om in de eurozone te zijn

Voor de start van de eurozone, toen Italië zijn eigen valuta had, verloor het vaak concurrentievermogen vanwege de hoge binnenlandse inflatie. Het herstelde altijd zijn concurrentievermogen door devaluaties. Dit leidde tot een economisch model met frequente valutacrises en hoge inflatiecijfers. Geen geweldig model. Maar het was tenminste een model dat consistent was met zwakke politieke instellingen. Als Italië zijn politieke instellingen niet hervormt, moet het zich voorbereiden op een exit uit de eurozone.