"Drie minderjarigen in busje Mawda kregen geen bescherming van ons land"

In het busje met de 2-jarige peuter Mawda, zaten volgens het parket van Bergen ook nog drie andere minderjarigen, zonder familie. Aangezien niet-begeleide minderjarigen recht hebben op bescherming, moet in zo'n geval elke politiedienst of administratie de Dienst Voogdij van de FOD Justitie inlichten.

Zij stellen vervolgens een voogd aan die samen met de jongere een opvangcentrum zoekt. Maar dat is deze keer niet gebeurd. "Ik betreur dat, maar dat zijn dingen die gebeuren," zegt minister van Justitie Koen Geens (CD&V) in "De ochtend" op Radio 1. "We kunnen niet anders dan volgende keer proberen beter te doen."

De vraag is dan: hoe is dit kunnen gebeuren? "Dat wordt in elk geval onderzocht," zegt Geens. "We hebben ons het voorbije weekend afgevraagd waar de steek gevallen is. We zijn vrij zeker dat het niet bij ons gebeurd is, het zal in de streek van Bergen gebeurd zijn."

Het busje werd door de politie onderschept in de buurt van Bergen. De lokale politie van Bergen is bijgevolg normaal bevoegd voor de administratieve afhandeling van het incident, en moet in zo'n geval de Dienst Voogdij contacteren. 

Maar Geens gelooft dat de chaos op het moment van het incident er zeker mee te maken heeft. "Het gaat om mensen die allemaal verschillende talen spreken, het gebeurde net voor en in het weekend,... Ik denk dat het de overmacht geweest is van dertig gearresteerden tegelijk en een gedood kind." 

Hulpverleners vonden twee van de drie minderjarigen terug in Duinkerke, een andere is spoorloos.